25 okt 2011

De laatste week

Terugblik

Sinds november vorig jaar ben ik weg van huis. Het vertrouwen dat ik gauw opnieuw zou aanpassen is nu stilaan weggeëbt. Voor mijn vertrek werd ik al gewaarschuwd voor het op twee gedachten hinken. Vandaag ondervind ik het aan den lijve. Is het geen heimwee dan is het spijt die me bij de keel neemt. De wereld die vorig jaar geleidelijk van onder mijn voeten verdween, werd vervangen door een nieuwe wereld onder mijn schoeisel. Veel heb ik hier niet getreurd en ik neem nu liever waardig afscheid van een gewonnen jaar.

Ode aan Guamote

Een van de hoogtepunten ter gelegenheid van mijn vertrek is een dansfeest genaamd 'el belga se va' of 'de Belg gaat weg'. Enkele weken eerder liet ik bij vrienden een kort gesproken improvisatie horen. Dit resulteerde in een zelf geschreven lied dat een jaar in Guamote beschrijft en die avond enthousiast werd onthaald. De nacht liep op haar einde met een soep van varkenspoten als ontbijt. Zo kwam ik in mijn laatste week terecht, een moeilijke. Een week om afscheid te nemen. En toch, een week om iedere dag van zonsopgang tot de felgekleurde zonsondergang te genieten.

Liefde voor de Andes

‘Dat God en de maagd Maria u verzorgen en bijstaan onderweg. God zegene u.' waren de mooie woorden die ik op mijn gsm las. Men voelt hier steeds heel erg mee. Met een bus van Riobamba naar Quito verlaat ik de provincie. Op de mp3 speelt ‘once upon a time’. Ik besef dat het voorbij is en bij de gedachte dat ik hier op dit eigenste moment een jaar achter mij laat, vloeien tranen. Zo nog rijkelijker wanneer Exit music van Radiohead en een traditional uit de Andes klinken. Ik merk dat een brok in mijn keel verdwijnt die er een minstens een hele week heeft in gezeten. Onderweg is enkel de Carihuarazo zichtbaar omdat de Chimborazo in de wolken verborgen ligt.

Uitstel... is geen afstel

In Quito moet ik mijn Ecuadoraanse verblijfsvergunning nog aanvragen alvorens het land te verlaten. Een dag later dan voorzien zit ik op de binnenlandse vlucht naar Guayaquil, De piloot laat weten dat we buiten enkele vulkanen zien. Het zijn de wolken die bij valavond zakken waardoor we een fenomenaal bovenaanzicht op de uitstekende Andestoppen te zien krijgen. Wat een afscheid.  Als laatste van de talrijke reeks Andestoppen ligt de Chimborazo in de avondschemering, volledig ontbloot en daar waar ik ergens moet gestaan hebben, ijlend door het ijs op de steile bergkam

Landing

Achttien uur later land ik in Brussel. Er staat een ontvangstcomité klaar voor een warm onthaal met onder meer een peuter die inmiddels kleuter is geworden en een ander nichtje zit nu in een draagzak op de buik in plaats van in de buik. Hoewel ik meer zuurstof dan ooit lijk te hebben ben ik de hele week moe. In België is niet veel veranderd zegt men. Mensen veranderen inderdaad niet veel. De straten, de omgeving en mensen voelen helemaal niet vreemd aan. Het lijkt wel of ik nooit ben weggeweest. Door de huidige technologie ben ik ook steeds op de hoogte gebleven van de Wet- tot de  Koekoekstraat. Mensen heten me welkom. Een veelgestelde vraag is wanneer ik terug ga.
De eerste maanden nadien vertoef ik in gedachten in Ecuador. Die landing is pas later heel geleidelijk aan gekomen.

Piedrecita

Piedrecita (steentje) is een traditioneel lied dat deels in het Spaans en deels in Kishwa wordt gezongen. Ik kan er drie betekenissen aan geven.
In de eerste plaats is het steentje een herinnering aan de liefde.
Daarbij hoop ik dat het een herinnering mag zijn aan mijn jaar voor de mensen die ik heb leren kennen en met wie ik samen op weg ben gegaan.
Tenslotte is het steentje, en dan letterlijk als rotsblok, een vorm van verzet tijdens grote protesten zoals in de beelden van het onderstaand filmpje.
Op de eerste foto de muziekgroep waarmee ik het lied aanleerde en daar onder een vriendin. Muziek en vriendschap zijn gedurende het hele jaar zowat de twee belangrijkste zaken geweest.


Quisiera ser piedrecita 
piedrecita del camino
para que tu te trapieses 

cuando quises olvidarme

ama shitawaichu warmi
kanta ñuka kuyanimi
kan ñukata shitakpika
wañuychari japinka

caminemos caminemos 

largo camino tenemos
rishpakari rishallami
may karupi kausanaman 

'Ik zou een steentje willen zijn,
een steentje op de weg
zodat je je verstuikt
wanneer je me wilt vergeten

laat me niet achter liefste vrouw
want ik hou van jou
als je me achterlaat
zal mijn dood zich vervolmaken

wandelend vooruit gaand,
we hebben een lange weg te gaan
ik wil weggaan
om ver van hier te gaan leven'



5 okt 2011

Nariz del Diablo

Een van de bekendste toeristische attracties in Ecuador is de 'Nariz del diablo' (=duivelsneus). Het was de liberale president Eloy Alfaro die de Ecuadoraanse spoorlijn in 1908 inhuldigde. Hij was een opstandeling tegen de katholieke staat en na dertig jaar slaagde hij erin om die macht omver te werpen en benoemde zichzelf tot president. Zowat 15 jaar lang waren de Alfaristen aan de macht. Na een voortdurende machtsstrijd kwam een einde aan zijn bewind en werd hij ironisch genoeg werd hij met 'zijn' trein naar Quito gedeporteerd om vervolgens geëxecuteerd te worden.



duivelsneus op de achtergrond




Het openbaar vervoer langs de spoorlijn maakte plaats voor transport op de weg. De trein wordt vandaag slechts gebruikt voor toerisme. Ook de huidige president ziet het belang van de spoorlijn in en laat deze volledig hernieuwen. De treinbils worden vervangen door beton. Het laatste stukje van Alausi tot de Duivelsneus is reeds volledig vernieuwd. Scholen worden uitgenodigd om dit stukje erfgoed te leren kennen. Samen met de leerlingen van twee schooltjes uit Guamote gaan we naar de Duivelsneus in Alausi.















De duivelsneus is een steile rotswand vlakbij het kruispunt tussen de drie bestemmingen; Quito in het Noorden, Cuenca in het Zuiden en Guayaquil aan de kust in het Westen. Bij de aanleg kwamen immigranten uit onder meer Jamaica om met dynamiet een weg te maken op duizelingwekkende hellingen. Minstens 2000 mensen kwamen daarbij om het leven. De zigzag is het resultaat van de moeilijkste spoorlijnen ter wereld. De trein daalt de duivelsneus afwisselend voorwaarts en achterwaarts af omdat het onmogelijk is om een volledige bocht te maken op de berg. 

Beneden ligt het stationnetje waar de treinen uit verschillende richtingen kunnen kruisen. Vergezeld van dertig leerlingen en twee leerkrachten genieten we van de afdaling. Beneden in het stationnetje dansen mensen uit de plaatselijke gemeenschap en worden we rondgeleid in een klein museum. Iedere leerling is voorzien op etenstijd. Kippen, bonen, cavia, gekookte aardappelen, rijst en empañadas komen te voorschijn en worden gedeeld in het cirkeltje waarin het klasje zich nestelt.


26 sep 2011

September

Ook hier is september de eerste maand van het nieuwe schooljaar. Na de inhuldiging op de eerste dag wordt tijd genomen voor het opknappen van leslokalen en de reorganisatie naar aanleiding van een nieuwe wet. Vanaf dit schooljaar blijven leerkrachten acht in plaats van zes uren op de school. Deze uren dienen voor lesvoorbereiding, organisatie, naschoolse activiteiten en het remediëring van leerlingen met leerachterstand.


Een week later gaat het schooljaar
definitief van start. Ik geef op dezelfde schooltjes les en op donderdag komt er eentje extra bij. Gramapamba ligt op een 3650 meter hoogte en is tot nu toe in afstand de verste school waar ik les geef. Ik woon in dezelfde straat als de directeur die me ’s morgens om zeven uur oppikt. Samen met de andere leerkrachten rijden we iedere ochtend een goed half uur tot in de paramo waar de koude wind geen genade kent. De directeur geeft in het tweede leerjaar les. Hij stelt me voor in de vier hoogste klasjes als ¨de eerste Engelse leerkracht in de geschiedenis van de school.


Een andere verandering aan het schoolsysteem is de sectorisering van het onderwijs of de verlenging van het aantal jaren in de lagere school. De komende jaren mag de lagere school ook de eerste drie jaren van de middelbare school voorzien, namelijk het achtste, negende en tiende jaar.  Deze wijziging wil de kinderen meer binden aan de omgeving. De schoolgaande jongeren moeten dan eerst tot anderhalf uur naar school stappen waar ze in klassen van 40 leerlingen terecht komen.


De schoolplicht wordt ook meteen opgekrikt tot vijftienjarige leeftijd en in het beste geval heeft men dan het tiende jaar bereikt. Een groot voordeel voor de berggemeenschappen dat ze drie jaar middelbare school organiseren, is dat kinderen op de schoolbanken blijven. Tot nu toe stopten nog heel wat leerlingen na de lagere school omwille van de hoge kosten van uniformen tot materiaal en de verre afstand tot een middelbare school. De hulp van de kinderen op het veld en bij het verzorgen van de dieren is natuurlijk zeer welkom. Of dit het niveau van deze jaren ten goede komt zal afhangen van het extra aantal toegewezen leerkrachten in de bergdorpjes. Ook in de school waar ik ga is een achtste jaar of eerste middelbaar ingericht.


Er waren tot voor kort twee schoolinstellingen in de provincie Chimborazo. De Hispanische als volledig Spaanstalige en de Bilingue waar ook Kishwa wordt onderwezen. Misschien is het vreemd omdat Kishwa in het hele land geen enkele rol van betekenis speelt maar anderzijds is onderwijs in de moedertaal een recht dat iedereen verdient. Alle overige vakken worden in het Spaans onderwezen. In een van de namiddagen waarbij de leerkrachten langer blijven geeft de directeur richtlijnen voor het komende schooljaar. Hij benadrukt om de uitspraak van de leerlingen te verbeteren. Het Kishwa kent slechts drie klinkers: 'a','i' en de 'u'. Het gebeurt dat onze leerlingen in het Spaans de 'o' en de 'e vervangen door een van hun drie beter bekende klinkers. Daarbij maken ze ook fouten bij de zinsbouw. Het feit dat Spaans slechts hun tweede taal is speelt vaak in hun nadeel. In alle instanties van het land is Spaans de voertaal. Een taalfout is voer voor onbegrip en stereotypering. Daarom wil men in de school werken aan de taalachterstand van de leerlingen.

Op maandag geef ik in Guamote les aan elf leerlingen van het achtste leerjaar. Hoewel deze school van oorsprong een Hispanische school is, spreken veel leerlingen thuis Kishwa. Ik geef huiswerk waarbij men ofwel een woordenboek ofwel via het internet woordjes mag vertalen. Sommige leerlingen hebben nog nooit op het internet gesurft. De enige studenten van de klas die ooit Engels kregen waren vorig jaar mijn leerlingen. De achterstand van leerlingen uit gemeenschappen of Guamote in het algemeen is een feit. Ik vind het dus zeer jammer om mijn scholen binnenkort achter te laten en ook de middelbare studenten niet te kunnen helpen. Hoewel ik oorspronkelijk niet echt overtuigd was, zie ik nu wel het nut in van mijn lessen. Ook al beperken die lessen zich tot een kennismaking- of een initiatiecursus.

16 sep 2011

Ibarra, 'la ciudad blanca'





Voor de derde keer breng ik een vrij weekend door in Ibarra. Er zijn verschillende redenen dat ik daar heen ga. Het is er het hele jaar door een aangename 22 graden en wordt ook wel de 'eeuwige lente' genoemd. Ik leerde er vooral ook sympathieke en gastvrije mensen kennen. Op hun eigen ongeremde manier wijzen ze me de weg in de ideale combinatie van een rustgevende omgeving en een broeierig nachtleven. Wat nu al zeker is dat ik deze uitstappen zal koesteren en wellicht nooit meer vergeten.



Een van de nonkels van de talrijke familie Acosta, twaalf telgen, heeft een gastenverblijf in de bergen. Al jaren werken Don Fernando en zijn zonen in de toeristische sector. Hun pronkstuk is Polylepis lodge op twee uur rijden ten Noorden van Ibarra. Maar sinds kort is een landgoed van 22 hectaren net buiten Ibarra klaar voor bezoekers. In een wonderbaarlijk stuk natuur vind je een medicinale plantentuin, paarden, huisjes voor toeristen, een restaurant en een zwembad. Het is een geslaagde mix van een boerderij en een luxueus verblijf.

Op een mooie zaterdagmiddag kom ik aan in Tunas y Cabras Eco Lodge. Precies wanneer een televisieploeg klaar staat voor een reportage à la Vlaanderen Vakantieland voor de Ecuadoriaanse staatstelevisie. We krijgen uitleg hoe shampoo gemaakt wordt van de aloë veraplant en hoe graan ontkiemt wordt tot voeder voor de dieren. Cavia's en konijnen zitten in een hok en een varken, hond, een ezel en paarden lopen over het terrein alsof ze deel uitmaken van de familie. De gids wijst een tarantula aan die zich in de wegberm schuil houdt.




Wanneer de zon neder daalt spreekt de interviewster met de gastheer. We krijgen een prachtig verhaal dat zijn dromen, wensen en levensopvattingen ontsluierd. Ik mag mijn ervaringen vertellen aan de camera. 's Avonds komt een groepje uit de nabijgelegen Chota vallei muziek spelen. Een gitaar, bas en drie percussionisten spelen de unieke stijl van de zwarte Ecuadoranen die met de minste aanleiding in beweging komen. Bij het afkoelen van de avond verwisselt men het koele bier voor warme canela en Norteño. Net als in heel Ecuador krijg ik hier te zien hoe men van het leven kan genieten.

11 sep 2011

Torres gemelas

Delfin verdient een plaats op de blog, niet enkel omdat hij een echte Guamoteno is maar ook omdat zijn bekendste filmpje op youtube meer dan 7 miljoen kijkers heeft, bovendien heb ik Delfin persoonlijk ontmoet. Delfin betekent letterlijk 'van het einde' of 'de laatste' omdat hij de jongste zoon is. Op tienjarige leeftijd stopte hij naar school te gaan. Hij ging voluit voor het artiestenbestaan en deed dit op kermissen en alle mogelijke plaatsen. Zijn fascinatie voor de V.S. deed hem een lied maken over 9/11. Hij ensceneert een verhaal waarin zijn grote liefde in een van de torens was. Het lied raakte bekend in heel Latijns-Amerika en bij Latino migranten in de V.S. Zo zingt Delfin nu ook op grotere plaatsen in Ecuador en zelfs het continent maar toch vooral nog steeds op zogeheten kermissen en feesten in de provincie.

Macas


De overheid werkt al jaren aan een weg tussen Riobamba en Macas die langs een parochie van Guamote en de meren van Atillo gaat. Omdat de weg nog niet helemaal afgewerkt is, rijden de bussen helemaal om en dat is ongeveer een volledige dagrit. Op mijn voorstel gaan vier vrienden mee per fiets langs de korte weg en rond de middag worden we gedropt aan de beruchte meren van Atillo. Er bestaan heel wat mythes en verhalen over deze meren. In het verleden folterden de Puruhas ongehoorzamen in het ijskoude water of men liet ze achter op een van de eilandjes als straf. Het meest mysterieuze is ‘la laguna negra’ of het zwarte meer op bijna 4000 meter hoogte. Het leger deed ooit dieptemetingen maar vond nooit de bodem van het zwarte meer. We blijven op een veilige afstand. Het vertrek ligt op bijna 4000 meter en de bestemming, Macas ligt op 1000 meter hoogte. Ik ga ervan uit dat er veel afdaling is.



Aan de meren begint het Sangay park, 517.765 hectaren of evengroot als een gemiddelde provincie in Belgie. Een iemand rijdt lek. Het is altijd opzienbarend hoe inventief men hier is. Op nog geen minuut brandt een vuurtje om een sleutel te verwarmen en het gat te dichten met een rubber vel. Doch zonder resultaat. Bij het enige huis dat we langskomen tijdens de vier uur lange afdaling herhalen we de reparatie, ditmaal met behulp van een groter vuur waarop een pot staat de koken. Ook dit zal niet helpen. Bij de volgende wegenwerkers vinden we een vrachtwagen die onze vriend en zijn fiets wil vervoeren. Deze fiets wordt met iemands broekriem achteraan de vrachtwagen vastgemaakt. (Toen waren we nog met vier)
Meteen nadien dalen we af tot een 700 meter lange tunnel die binnenin pikdonker is. Als we bijna in de helft zijn horen we de vrachtwagen met een angstaanjagend gegrom dichterbij komen. We gaan aan de kant en wuiven voor ons leven. We kunnen de tunnel met behulp van de verlichting en luid gegrom in onze rug uitrijden. Meteen daarna volgt de eerste beklimming. Het fietsen wordt even wandelen. De temperatuur stijgt met het uur. Van gemiddeld 13 graden in Guamote gaan we op een afstand van amper zeventig kilometer verder naar een bestemming waar het gemiddeld 25 graden is. In vier uur fietsen van de Andes naar de jungle.


In het voorlaatste dorp rusten we uit en wat dan volgt is enkel beklimming. Mijn vooronderstelling om enkel te dalen wordt achter iedere bocht en bergwand tegengesproken. Mijn aanmoediging dat ons enkel afdaling rest wordt een grap en ik krijg de schuld van het hele fiasco. We zouden immers nooit tijdig in Macas geraken. Een zeldzaam passerende pick up brengt ons met de fietsen bijna tot in Macas. Uitgeput stappen we in een hotel om nadien te eten en te drinken. De volgende dag vertrekken we rond de middag met de fietsen in de kofferruimte van de bus. Een jaar geleden fietste ik een stuk van de weg naar Compostela. Ik troost me bij de gedachte der pelgrims dat het het doel de weg is.

31 aug 2011

What's in a name?

Het opvallendste verschil met onze naamgeving is dat iedereen hier twee voornamen en twee achternamen draagt. Vooral die voornamen kunnen verwarrend zijn omdat vandaag iemand zich kan voorstellen als Jaime en diezelfde noemt zich de dag nadien Christoffer. Toch heeft dit zijn voordelen.
Wanneer je je een naam niet goed herinnert probeer je maar Luis, lukt meestal wel. Al de anderen heten Angel, Juan, Carlos, Patricio, Rodrigo of Diego. Pieter wordt Piedro, Vincent Vicente, Filip Felipe, Dries Andres en Steven Estieben. Russische en Noord Amerikaanse invloeden tot Latijns Amerika: Lenin, Stalin, Jefferson, Washington, Byron, Wilson maar ook Milton, Kleber of Abdon zijn niet abnormaal. Een ander populaire naam is Segundo, de tweede in rij. De laatste van een mooie reeks wordt Delfin genoemd.

Nog inventiever is men in bijnamen. Dieren zijn de populairste. Er lopen hier Varkens, Ezels, Honden, Bokken,... voor het leven. Ook dragon balls ging hier niet ongemerkt voorbij. De meest gerespecteerde noemt men Concreto of beton. Dunne, dikke, kleine, zot word je zonder mededogen en draag je zonder schaamte. Verkleinwoorden worden ook zeer veel gebruikt en soms moet het. Abuelitas zijn grootoudertjes en dit niet doen kan een gebrek aan respect voor je familieleden zijn. Toch kan het ook zijn dat iemand iets van je wil wanneer Juan Juanito, Angel Angelito of Carlos plots Carlosito wordt. Maar het is ook een gebaar van vriendschap of liefde wanneer Estieven Estievensito wordt. In die zin is gringito aanvaardbaarder dan gringo. Of hoe met taal gespeeld of bespeeld kan worden.

Zelf werd ik ooit Laus genoemd omdat bij Luis de kans op leesfouten in het Nederlands vrij groot is. In het Duits blijft laus echter luis. In de jaren waarin namen alleen bestonden om te pesten werd ik met alle mogelijke sauzen gerijmd. Nog later op het internaat ondervond ik aan den lijve Luigi, waarbij het onderbroek omhoog getrokken word tot aan de borstkas. In Ecuador blijft Laus overeind en hoeft zelfs Luis niet. Waar ik al eens mee verward word is Klaus of Claude of zelfs Jean Claude Van Damme, de bekendste Belg in Ecuador. Een ander probleem om zich als Belg voor te stellen is niet onbelangrijk om weten een letter verschil van penis of Belga en verga [berga]. ‘Soy Belga’ wordt graag verward met ‘ik ben lul’.

12 aug 2011

VIVA GUAMOTE

De elektriciteit valt nog eens uit. In de voormiddag brandt de zon, gevolgd door wind en een regenbui in de late namiddag. De avond kleurt geel, oranje en rood en in de nacht staan duizend sterren aan de hemel. De boxen knallen nog eens voluit Viva Guamote, VIVA. Het tempo van het feest en de muziek gaan tien dagen onverstoord verder. Alweer een hoogtepunt in Guamote. De eerste dag van augustus is de dag dat Guamote een kanton werd, nu 67 jaar geleden.



De feesten beginnen officieel bij de verkiezing van de schoonheidskoningin. Dit jaar zijn er twee kandidates, Karla, 17 jaar uit de barrio central en Shirley, 18 jaar uit barrio San Pedro. In het colisseo palmt iedere wijk een flank in met vlagjes en balonnen in de wijkkleuren. Er heerst een uitgelaten sfeer met luid getrommel aan beide kanten. We zitten aan de kant van de winnares. Karla wordt de nieuwe koningin van Guamote.



De dag nadien staan bekende en minder bekende artiesten geprogrammeerd en wordt de shumak warmi gekroond of de schoonheidskoningin van de indigenas. Het is maandagochtend 5u18 wanneer de fanfare door de straten stapt voorafgegaan door vuurschoten. Enkele uren later ook de stoet met alle scholen van Guamote met trommels. Het zal de hele week feest zijn. Artiesten uit heel Ecuador brengen Guamote iedere avond in een feestroes. Het afsluitend weekend wordt afgesloten met stierengevechten van het volk.

Net als tijdens carnaval komen emigranten die in steden wonen en werken terug. Ze maken deel uit van de club van 99,9 percenters. Daarmee wil men zeggen hoe belangrijk de afkomst is voor hen, ook al waren ze al weg voor hun eerste levensjaar. Het gaat er eigenlijk om je roots niet te vergeten en naar eigen zeggen ook om - bij familie -goed te eten, te drinken en vooral deze uitzonderlijke feesten mee te maken. Ik was bijna vergeten dat ik ooit terug in de koekoekstraat zal zijn maar ik zal voor altijd een stukje of 0,1 percent Guamote in gedachten houden.

2 aug 2011

Hakuna Matata

Na de onderneming op de Chimborazovulkaan, de hoogste berg in Ecuador, begon de vakantie in Quito, culturele hoofdstad 2011 van Latijns-Amerika. Een van de grootste kunstenaars van het land is zonder meer Oswaldo Guayasamin (1919-1999). Als zoon van een Indiaanse vader en Mesties moeder schilderde hij de tragiek van de arme en onderdrukte mens vaak met handen die allerhande gevoelens uitdrukken gaande van woede tot wanhoop. Hij maakte ook werken geinspireerd op de onderdrukking en revolutie tijdens de vele Zuid-Amerikaanse regimes zoals dat van Pinochet in Chili. Onze gids meent een cynische opvatting te herkennen dat in contrast staat met het christelijke gedachtegoed waarmee men hier opgroeit. Een opmerkelijke zin in het museum luidt: ‘ik weende omdat ik geen schoenen had tot ik een kind zag dat geen voeten had’. Misschien toch nog een hoopvolle boodschap?



Vanuit Quito steken we de westelijke bergketen over richting Oriente. Van  daaruit is de uitgestrekte bosrijke Amazone prachtig zichtbaar. Het mooie logement waar we verblijven heet Hakuna Matata en wordt geleid door het sympathieke West-Vlaams koppel Rudy en Marceline. Van daaruit gaan we naar een paaldorpje waar onder meer maniok, bananen, koffie en cacaobonen gekweekt worden. In een nabijgelegen dierenopvang heten de aapjes ons welkom. We wandelen in de Amazone met prachtige beestjes en planten. De inheemse bevolking gebruikt de planten als medicijnen, bladeren als regenkap en met de vele linialen zouden ze zich kunnen verplaatsen. Aan de rivierkant zoeken mensen heel de dag naar goud met een schaalvormige kom. De opbrengst ervan wordt onder meer gebruikt om de schoolkosten van de kinderen te betalen.


Geen reis zonder aan de kust te zijn geweest. Guido, ditmaal een Limburgse Belg, heeft een via-via logement op een boogscheut van de stille oceaan. Enkele kilometers verder spotten we een drietal walvissen die net iets groter lijken dan ons bootje. In dit visserstadje gaan de vissers ’s nachts op zee. We worden iets na middernacht gewekt en gaan met een vier toeristen, de visser en zijn vissershulp in een nog kleiner bootje op de oceaan. Tien kilometer verder wordt een vierhonderd meter lang net uitgegooid. Op de hogegolven van de stille oceaan doet de vissersjongen een dutje onder de planken van de stuurboord. Het onophoudelijke op en neergaan maken me kotsmisselijk. De lekkere tonijn van het avondmaal gaat terug naar waar het vandaan kwam. Terwijl ik wachtend op daglicht de nacht onderga kan ik drie vissen met een lijn bovenhalen. Uit het net komt nog veel meer vis tevoorschijn. We zijn blij terug aan wal te gaan. ‘Aan het noordzeestrand’ in mijn hoofd en een golvend beeld op het netvlies zinderen nog twee dagen na.


Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht
Waar 't vertrouwde huisje altijd op mij wacht,
Waar de meeuwen schreeuwen boven ‘t golfgedruis
Daar ben ik geboren daar voel ik mij thuis.
Waar de klokken luiden, visser vaar naar huis,
Daar ben ik geboren, daar voel ik mij thuis.

23 jul 2011

vakantie

Mijn vakantiebestemming is dit jaar, niet verwonderlijk, Ecuador. Gedurende twee weken trek ik samen met een groep uit eigen land weg van mijn thuis in Guamote naar andere mooie plaatsen in Ecuador. In het Amazonegebied voerde een bootje me naar een klein paaldorp. In de jungle heb ik ook vele aapjes ontmoet. Na een wandeling ben ik ziek geworden. 'Overdaan' zou de oorzaak kunnen zijn. Diarree en koorts waren mijn deel. Eenmaal terug in het hooggebergte genas ik al snel maar na twee nachtjes te slapen op de houten vloer in een gemeenschap loop ik rond met een verkoudheid. Ik ben nu in Cuenca, vier uur ten zuiden van Guamote. Maandag naar de kust walvissen zien en een nacht mee op de oceaan om te vissen. Later op de maand meer verhalen en foto´s.

Voor al die met vakantie: veel plezier
voor zij die aan het werken zijn: goede moed.





7 jul 2011

Andinisme

De vele bezoeken aan de grote, witte vulkaan hebben me zin gegeven om de berg hogerop te ontdekken. Ik klom enkele bescheiden keren zonder gids, maar alleen de hoogte in gaan terwijl de herberg steeds kleiner wordt is bevreemdend, zeker wanneer de mist rondom optrekt. Een maand geleden heb ik de gids gecontacteerd zodat ik me fysiek kon voorbereiden om de hoogste vulkaan van Ecuador te beklimmen. Om zes uur in de ochtend liep ik langs de spoorlijn waar geen honden me konden storen. Er werd me aangeraden om te acclimatiseren op andere vulkanen die minder hoog reiken. Door de beperkte tijd koos ik met een beetje lef en de nodige domheid meteen de grootste. Bovendien is de Chimborazo vanaf de aardkern de hoogste ter wereld en dus het dichtst bij de zon en de sterren van op de aarde. Het weekend voor de klim sliep ik in de eerste ruime berghut op 4800 meter hoogte. Het vriest daar ’s nachts. Ik hoop intussen voldoende geacclimatiseerd te zijn om op aan de klim van 6310 meter te beginnen.


Om het middaguur ontmoet ik de chauffeur en ook de gids, Julio. Enkele uren later zijn we in de tweede berghut op vijf duizend meter hoogte. Na het avondmaal, gaat iedereen naar bed; een Engels koppeltje met twee gidsen en nog twee Ecuadoranen waarvan een gids en een toerist. Het is moeilijk om te gaan slapen op dat uur, op die hoogte en met de nakende klim in gedachten. Ik doe geen oog dicht. We nemen om middernacht 'ontbijt' met coca-thee.


We vertrekken in het duister met een licht om het hoofd. Het eerste uur volg ik het strakke tempo van de twee Ecuadoranen voor me. We zijn al snel bij het ijs gedeelte en binden er onze ijzers aan de botten vast. Met een klimtouw verbindt de gids zijn lot aan het mijne. Het is ook tijd om het houweel te gebruiken om voetstappen uit te kappen en omgekeerd als wandelstok. De steile harde stukken ijs zijn niet gemakkelijkHet Engels meisje keert terug en iets later ook haar vriendje. Er ligt weinig sneeuw en door mindere grip moeilijk om te klimmen. Op de gletsjer is iedere stap cruciaal om niet naar beneden te donderen. Ik probeer  iedere vorm van paniek te relativeren, die komt opzetten om het gevaar van de klim en de gedachte dat ik heel deze weg nog terug moet. Na al die hellingen zijn we aan ‘El Castillo’ gekomen, een grote rotsblok op 5350m. We zijn twee uur onderweg en dat is een toptijd. Hier begint de klim op de bergkam met eeuwige sneeuw.


De bergkam is een lange rechte strook die maar liefst negenhonderd meter stijgt tot de ‘veintemilla’, de eerste top op 6265 meter. Van aan de berghutten lijkt de bergkam een licht oplopende strook. In werkelijkheid is de stijgingsgraad gemiddeld 40 graden. Men doet er minstens vier uur over. De gids vertelt me dat ik nu best veel drink maar bijna al mijn drankflesjes zijn bijna bevroren en het is snel duidelijk dat ik een thermos mis. Drinken is cruciaal bij inspanning en zeker op deze hoogte.



De voorbije vier uur hebben we amper gerust en snel doorgewandeld. Julio zegt dat we voor zijn op schema om de top te bereiken. Ondertussen waait de wind en sneeuwval al twee uur hevig in onze richting. Op zesduizend meter hoogte voel ik de vermoeidheid en de hoogte toeslaan. Ik heb bijna 24 uur niet meer geslapen. Het wordt steeds moeilijker om door te zetten. De rustpauzes worden frequenter en langer. Telkens wanneer ik rust kijk ik omhoog en net als de voorbije twee uur schijnt mijn licht tegen een identieke steile besneeuwde helling aan. Door te vaak te gaan rusten en het ijskoude water vat ik steeds meer koude. Julio vraagt of ik nog kracht heb. Negatief.  Ik probeer nog eens. Ik vraag hoe lang het nog is. De eerste top is slechts een dertigtal meter hoger maar zo steil dat het nog 15' tot 20' lang kan duren. Het laatste stuk stijgt tot 50 graden. De gids trekt aan de koord maar ik kan niet meer. Hier stopt het avontuur, 6230 meter hoog. Ik zeg dat ik leeg ben. Ik besef dat ik mijn doel ga missen maar op is op.

De Ecuadoriaanse gids en andere klimmer komen ons voorbij gestrompeld. Een kruipt op handen en voeten voort, ze kunnen geen woord uitbrengen. De gids klopt tweemaal zijn vuist tegen de mijne. Zij gaan voort, wij keren terug. Ik mag de terugweg voorop stappen. Ik val voorover, achterover, op mijn zij om de zoveel passen. We moeten een hele weg terug. Het zal nog drie uur duren. Ik wil slapen. Op het einde van de strook val ik opnieuw, we moeten de gletsjer nog afdalen en alle andere steile stukken. Ik blijf liggen, wel tien minuten. Julio is geduldig. Hij stelt voor dat we uit de wind uitrusten. Nog enkele keren moet Julio de koord strak houden om geen helling af te duiken. Langzaam aan kom ik opnieuw bij positieven en kan nog anderhalf uur goed afdalen. Het daglicht is intussen daar en ik zie onder ons wolken.


 Om 7u30 zijn we terug in de hut. We zien rond dat uur de twee Ecuadoranen van de berg stappen, zij hebben de Wymper top op 6310 wel bereikt. Ik slaap de hele namiddag lang door en ik voel me s’avond alsof ik een enorme kater heb. Het is duidelijk dat ik enkele dingen over het hoofd heb gezien. De hevige sneeuw en wind zijn wel heel erg tekeer gaan. Ik was niet sterk genoeg om door te zetten maar een reuze ervaring op de ‘grote witte’ of de ‘slapende reus’ was het in ieder geval.

Werk

Het schooljaar eindigt de eerste week van juli. Na een half jaar Guamote prijs ik me gelukkig dat ik dankzij dit vrijwilligerswerk deze nieuwe wereld te zien kreeg. Vele mensen kunnen zich hier immers niet voorstellen hoe de wereld is waar ik vandaan kom. Het is een heel andere dimensie voor mensen die amper in het stadje Guamote komen, zelden naar de provinciehoofdstad komen en misschien nooit de hoofdstad zullen zien. Andere landen kent men van familieleden die emigreerden.

Het is niet altijd een lachertje geweest maar meer dan de moeite waard. Iedere school heeft haar eigen charmes (dat ondervond ik tijdens mijn middelbaar al). Maandagochtend is voor mij de meest intensieve van de hele week. Dan passeer ik in drie uur tijd in vier klassen met minstens honderd leerlingen. Mijn woorden ‘how are you’ worden na een half jaar nog steeds herhaald in plaats van een antwoord te geven alsof ik nieuwe woordenschat aanleer. Een job die veel voldoening geeft, leerkracht. Om half elf stormen de leerlingen naar het eetkraampje om met een ei, fruit, rijst of snoep tegen enkele tientjes de honger te stillen. Speeltijd betekent klimmen, ploeteren, de haren nat maken en niet te vergeten de drie voetbalwedstrijden die door elkaar heen in dezelfde twee doelen worden gespeeld. Een half uur later staat men in geen tijd terug in rijen om ter plaatse marcherend het volkslied van Guamote ter ere van de jeugd of het strijdlied van Simon Bolivar ter ere van Latijns-Amerika te scanderen. Anderhalf uur en een zestigtal leerlingen later gaat iedereen naar huis.

De overige ochtenden beginnen met een autorit waarbij de kofferbak dankbaar wordt ingenomen door mensen met spade of houweel of met levensmiddelen die het enige winkeltje van de gemeenschap bevoorraden. De auto moet uitwijken voor een kudde schapen, langs slapende varkens, etende koeien, zwaaiende mensen die het veld bewerken en iedere gelegenheid eren om de gebogen rug te rechten, steil omhoog, diepe putten, stromende rivieren, rokende vulkanen, geklop op de achteruit om de kooferbak te verlaten, even langszij komen om te betalen, “laat maar”, “Dios le paguen”/”God zal het u lonen”.
Na een altijd warm onthaal van de leerlingen gaan we naar het klaslokaal. De computerleraar en ik. We leerden kledij, fruit, dieren, werkwoorden, tellen en nog zo veel meer. Daarboven is het vaak zo koud dat de les over het lichaam aan de hand van ochtendgymnastiek gebeurde. De neus gaat er maar niet in want ‘No Sé’ betekent ‘ik weet het niet’.


In de les over de dagen en maanden vraag ik de leerlingen naar hun geboortedatum. "No Sé". Een leerling meent dat het elf september moet geweest zijn. De verassing is nog groter wanneer blijkt dat ze in 2001 geboren zijn. Ongeloof wanneer drie van de tien leerlingen op 9/11 zouden verjaren. Zouden de kinderen hun verjaardag niet kennen? En ook geen verjaardagsgeschenken krijgen? In de meest afgelegen gemeenschap staan twee leerkrachten in voor de hele school. Wanneer een van hen, tevens directeur, de leerlingenfiches uit de schuif haalt, blijkt dat er een leerling volgende week verjaart. De klas kijkt vol onbegrip maar de gelukkige vindt het best wel leuk. Net zoals iedereen het leuk vindt om eens twee andere leerkrachten te zien, voor Engels en computer.


Wanneer ik maandagochtend van mijn sokken wordt geblazen door dertig leerlingen waarvan er slechts vijf met de armen gekruist, hoofd vooruit, en lippen op mekaar naar mij kijken, zou ik het liefst een verdwijntruck toepassen. Een wijsheid zegt dat je altijd terugkrijgt wat je zelf verwezenlijkt. Toch ben ik tevreden dat er niet iemand zoals mezelf in dat klaslokaal zit. Sommigen komen wel aardig in de buurt. Desondanks weet ik nu al dat het een gemis gaat zijn zonder de vierhonderd in het blauw geklede bengels en honderdtal prinsen en prinsessen uit de schooltjes in de bergen, tijdens het weekeinde niets minder herders en herderinnen. Daarbij nog eens zestig volwassenen eens in het klaslokaal opnieuw tientallen jaren jonger. Meestal zijn dat arme landbouwers die zich bijscholen op zaterdag en daar in het Engels moeten leren spreken. Mijn jongste leerling is vijf jaar oud, de oudste heeft vier kleinkinderen. Ten slotte heb ik een negentigtal collegestudenten waarvan de helft af en toe de weg niet vindt naar het klaslokaal, de bus mist en om allerhande handigheden niet in de les geraken. ‘One year is enough’ (in een klaslokaal) denk ik nu, maar wie weet denk ik daar binnen drie maanden terug in België anders over.

Nu ga ik uitblazen op de Chimborazo vulkaan en nadien de oriente en de kust ontdekken... Aaaah vakantie

27 jun 2011

Feest van de zon

Rond de periode van 21 juni is het tijdsverschil tussen zonsopgang en zonsondergang op het noordelijk halfrond het grootst en in het zuidelijk halfrond het kortst. Ongeveer twee honderd kilometer onder de evenaar blijft dat verschil het hele jaar door heel klein. In het geloof van de Inca's waren de dagen waarop de zon ten opzichte van de aarde op een uiterst punt komt te staan de belangrijkste van het jaar. Dit werd toen tot vijftien dagen lang gevierd. Bij de kolonisatie werd dit verboden en hield men de traditie slechts clandestien in ere. Het feest wordt op enkele plaatsen nog steeds gevierd en de betekenis is niet helemaal verloren gegaan.

Het precieze moment van zo een zonnestand heet 'solstice' of zonnewende die men in Stonehenge en in tal van andere culturen viert. Chakana is kishwa voor trap en die trap omvat de vier seizoenen met telkens een bepaalde zonnestand die een nieuw seizoen inleidt. Ieder seizoen is gerelateerd aan een kracht en een kleur. De kracht van de zomer is vuur en de kleur geel. Het vuur van de warmte en het geel van de maisvelden. Geel stelt ook de energie voor die de Inti (zon) ons geeft. De mensen slagen krachten in en goede wil. Het is tijd om te verzamelen en te geven.


Inti wasi (zonnehuis) is een muziekgroep uit Riobamba die de Andesmuziek wil doen heropleven. Zij organiseren een sociaal-culturele projecten in verschillende kantons. Zondag was Cebadas, een parochie in Guamote, aan de beurt en als plaatselijke muziekgroep waren we er ook bij. Na de vele speeches speelden we enkele liedjes. Als buitenlandse integrant neem ik de elektrische bas om de schouders. Het is vaderdag maar ook bijna Inti Raymi en bovenal massale bijeenkomst in de parochie. Omdat we zo goed speelden mogen we de week nadien mee naar Nizag.


Nizag is een kleine gemeenschap waar alle straten nog uit aarde zijn. De vrouwen dragen er witte vilten hoedjes. Hier staat het feest volledig in het teken van Inti Raymi (zonnefeest). Het centrale pleintje is gedecoreerd met vruchten ter ere van de zon. Allerlei gekke acts vullen het programma zoals de drie ruiters die om het eerst een kip vangen. Een van de toeschouwers heeft een een masker op danst  met machete in de hand. De samenkomen van een hele gemeenschap met emoties en humor geeft een warm gevoel. Van deze afgelegen plaatsen ben ik bijna letterlijk en figuurlijk van de kaart.

5 jun 2011

The avenue of the volcanoes

Ecuador is geografisch gezien een van de meest gevarieerde landen ter wereld. Centraal bevinden zich twee bergketens. Aan de ene kant is de kust waar het meestal warm en droog is en aan de andere kant de amazone waar veel regen valt. De twee bergketens bevinden zich op slechts veertig tot zestig kilometer van elkaar. Minstens dertig vulkanen waarvan er een achttal actief zijn liggen in beide stroken. De Duitse onderzoeker en wetenschapper Alexander von Humboldt gaf het de naam ‘avenue of the volcanoes’. Maar liefst tien toppen overstijgen de vijf duizend meter grens. Slechts een ervan klimt ruim boven de zes duizend.




Voor de indigenas zijn deze vulkanen niet zomaar bergen uit aarde en steen. Het zijn wezens zoals engelen en dwalende geesten die weg gaan en terugkomen, wandelen en betrekkingen kunnen hebben met andere wezens. Legendes vertellen strijdlustige verhalen over liefde en jaloezie. Een eigen geloof in het genre van Zeus, Jupiter, Venus en consorten. Het geslacht zou te herkennen zijn aan de top. Een vrouwelijke top heeft de vorm van een halve maan. Volgens sommige legendes is ‘taita’ of ‘vader' Chimborazo de echtgenoot van mama Tungurahua. Andere bronnen benoemen vader Cotopaxi als de gelukkige.


Mogelijk verschillen deze meningen in de provincies van Chimborazo en Cotopaxi om de begeerde derde en tussenliggende provincie, Tungurahua. De Tungurahua heeft ook geflirt met El altar, gekenmerkt door een ontbrekende top, of toch minstens geknipoogd. El altar werd ooit ‘de heer van alle bergen’ genoemd en was voor de slag om de Tungurahua wellicht de grootste tot wanneer de jaloerse Chimborazo El altar zijn dierbare top wegsloeg. De wetenschap houdt het bij een ongedateerde uitbarsting. Nu blijven slechts negen toppen over die bij de komst van het katolisisme de indruk gaven van nonnen en broeders rond een altaar.



De Tungurahua, sinds mensenheugenis actief, roert zich nog steeds en toont bij momenten een aswolk in de vorm van een olijfboom zoals Plinius ooit zo mooi de verwoestende Pompei beschreef. Het staat vast dat de vuur en stof spuwende Tungurahua een hete vulkaan is. Tijdens mijn laatste bezoek was de volledige sneeuwlaag van de Chimborazo grijs gekleurd door die aswolk. Mevrouw Tungurahua laat zich niet alleen opmerken maar weet haar aanbidders ook aanzienlijk te schofferen. Novelas en het leven zoals het is: de laan der vulkanen.

2 jun 2011

Dag van het kind


Op de eerste dag van de maand viert men 'de dag van het kind' in een gemeenschap met enkele plaatselijke scholen. Ik zing een liedje in het Spaans waarvan ik enkel het refrein onthield (way ya ya) en de leerkrachten zingen in het Kischwa. De leerkrachten mogen ook deelnemen aan wedstrijdjes. Zo lopen we met een lepel in onze mond met een ei erop en later met de benen aan elkaar vastgebonden. De leerlingen doen in twee groepen van dertig een estafette met een stift. De kinderen zijn de sterren van de gemeenschap en krijgen tussen moeder en vaderdag dus ook hun eigen feestdag.





's Anderendaags is er een groot feest in het stadion. Een dertigtal scholen hebben promotiestands gemaakt. Het zijn vooral landbouwscholen die tonen hoe ze de aarde vruchtbaar maken. Enkele scholen verkopen cavia’s. Ook Inti Sisa doet mee met een stand met schilderijen van leerlingen over de Indigena cultuur. Een participatief project van onze stagiaire en hulp in Inti Sisa gedurende vier maanden. De bezoekers stemden op het mooiste werk. Het zijn prachtige werkjes geworden die wellicht Inti Sisa zullen opvrolijken.





Op het einde van de dag brengen de scholen voedsel aan. Enkele witte lakens komen vol te liggen met fruit, aardappelen, bonen en nog veel meer. Natuurlijk mag de typische schotel van aardappelen met cuy niet ontbreken. Er is genoeg voor alle aanwezigen om mee te eten. Een honderdtal aanwezigen doet zich te goed aan het middagmaal. De minga was alweer een succes. De cultuur alom aanwezig met speciale aandacht voor kinderen, niet alleen vandaag maar het hele jaar lang.

28 mei 2011

De zak patatten

De donderdag is de drukste dag in Guamote. Ook bezoekers begrijpen dat ze de markt van Guamote niet links of rechts kunnen laten liggen, het is te zien uit welke richting ze komen. Ik geef die dag dan ook geen les en help in de voormiddag inkopen met  de kokkin Juanita. We gaan meteen naar de overdekte aardappelenmarkt, een plein volgestouwd door verkopers met grote zakken aardappelen. Juanita voert de onderhandelingen. De verkoopster vraagt zes dollar voor vijftig kilogram patatten. Juanita zegt vier. De verkoopster vijf en dat woord is nog niet koud of we bieden vier vijftig. Geen akkoord. Juanita drentelt rond de zak aardappelen. Haar hand haalt kleine aardappelen naar boven om de hoge prijs aan te tonen. Verkocht. De man telt drie keer het kleingeld na en telt maar vier veertig met nog tien cent in zijn linkerhand.

Wanneer uiteindelijk iedereen akkoord is geef ik me aan als vrijwilliger om de goed gevulde zak thuis te brengen. Het wordt mij steevast afgeraden maar ik ben van goede wil tijdens de marktdag. Zwaar beladen loop ik de trap op naar de straat en om het hoekje moet ik het afleggen. Zwetend, afziend en mezelf volledig overschat rust ik even uit. Ik wordt door de verkopers en verkoopsters rondom me afwachtend bekeken. Een tienermeisje kijkt even voordat ze een even grote zak wortelen wegdraagt. Er lopen nog meer mensen met dezelfde last voorbij. Een kleine meneer van amper één meter vijftig loopt gebogen de weg op met maar liefst twee van de zelfde zakken op zijn rug. Ik denk even dat ik droom. Na drie pogingen geraak ik weg op maar mijn schouder houdt het niet lang vol en ook met beide handen voor het lichaam zal het niet lang duren. Tijdens de enorme draaglast flitsen de gedachten snel en hevig door mijn hoofd. Ik beklaag hier iedere boer en dat zijn ze veruit allemaal. Een drager of een fietskarretje kost vijftig cent maar Juanita heeft afgeboden tot vier dollar vijftig en we gaan hier vandaag geen vijf dollar betalen. Die vijftig cent is me meer waard dat al het geld van de wereld. Het volgende muurtje biedt me bijna halfweg een rustpauze aan.

Mijn derde poging gaat iets beter, een beetje voorover gebogen om de schouder te sparen maar het blijft een slecht keuze. Bij het derde en laatste tussenstation ben ik blij een collega te zien. Hij tilt de zak mee achter mijn hoofd voor de laatste twee honderd meter. Zo gaat het een stuk beter en trots en voldaan leg ik de zak aardappelen in de patio. Ik heb op deze hoogte gelopen, gevoetbald, gefietst en gewandeld in de hoge Andes maar in een half jaar tijd in Ecuador nog nooit zo afgezien als nu. De mensen die ik nu allerhande vrachten zie meeslepen zijn niet zomaar meer voorbijgangers meer maar lotgenoten. Ik heb hun lot gedragen gedurende een halve kilometer. De mensen en de markt zijn geen poppenkast die vragen om foto's maar mensen die ieder kwartje verdienen door keihard te werken.

26 mei 2011

Antonio Valencia

Wanneer men in Ecuador op zoek gaat naar de bekendste landgenoot komt men zeer waarschijnlijk uit bij Luis Antonio Valencia. Een gemakkelijk hulpmiddel daarvoor is: welke voetballer speelt bij de beste club? In het beste geval is dat in Europa, nog beter in Engeland en beter dan bij de Engelse kampioen en Champions league finalist kan niet. Valencia heeft het allemaal. De Ecuadoriaanse trots is afkomstig uit de oriente of het Amazonegebied net onder de Colombiaanse grens in een stadje waar Texaco olie verrijkt en waar kidnapping en drugshandel grote problemen zijn. Daar speelde Antonio meestal op blote voeten op een stoffig veld. Naast die urenlange bezigheid hielp hij zijn moeder drank verkopen nabij het plaatselijke voetbalstadion en raapte nadien leeggoed bij elkaar dat zijn vader kon verkopen in een drankopslagplaats in Quito. Op 16 jarige leeftijd verliet hij zijn ouders, zus en vijf broers om te voetballen voor El Nacional, een ploeg in de serie A die eigendom is van het Ecuadoriaanse leger.

Twee jaar later schopt Toño het tot het eerste elftal en nog eens twee jaar later ruilt hij El Nacional in voor Villareal in Spanje. Als huurling gaat hij datzelfde jaar nog naar de Spaanse tweede klasse waar hij op slag kampioen speelt. De internationale belangstelling was groot in 2006 toen de twintigjarige rechter vleugel met Ecuador tijdens de wereldbeker in Duitsland de groep van het thuisland overleeft. Tegen Engeland leek alles mogelijk tot wanneer David Beckham daar kort voor tijd een vrij schop mocht trappen. Een transfer naar het Engelse Wigan was zijn deel. De manager van Wigan vertelt dat Antonio zichzelf goed beredderde terwijl hij geen Engels sprak en amper Spaans kon lezen. Veel goals maakte hij daar niet gedurende drie seizoenen maar hij kreeg wel een aanbod van Real Madrid dat hij weigerde. Valencia mocht even later naar Manchester waar hij het verlies van Christiano Ronaldo moest helpen opvangen. De guardian citeert: Instead, at £16m Valencia represents one of his finest signings. "Antonio has a great tactical brain," United's manager says. "The boy's got everything – balance, power, speed – and he's strong as an ox." In het eerste seizoen bij Sir Alex speelde hij zich in de gratie door Rooney op zijn wenken te bedienen. Maar in september 2010 is Ecuador in rouw. Niet alleen omdat de politiemacht een coup pleegt op de president maar ook door een blessure aan de linker enkel die Valencia bijna een half jaar aan de kant hield. Net op tijd voor de cruciale race naar de Engelse titel, waarin hij Chelsea en Kompany achter zich houdt.

Na zijn terugkeer lijkt ‘el magio’ nog sterker geworden en hielp hij bovendien ManU aan de Champions league finale. Een primeur voor een Ecuadoriaanse voetballer. De finale wordt gespeeld tegen het bovenaardse Barcelona met hightech voetbal en met in het bijzonder de uit hetzelfde continent komende Lionel ‘leo’ Messi. Aanstaande zaterdag kan Antonio ‘Toño’ Valencia zich onsterfelijk maken en iedere Ecuadoriaan is trots dat een landgenoot voor de ogen van de hele wereld deel uitmaakt van het glorierijke Manchester United en wanneer hij daar herrezen en onbevangen schittert, schittert iedere Ecuadoriaan mee.

25 mei 2011

Oriente

Om vier uur in de ochtend spreken we af zodat we omstreeks vijf uur vertrekken voor een personeelsuitstap. Na twee uur zijn we met de auto in Baños, een bedevaartsoord voor de Maria van het heilige water. In de kathedraal kan je terecht voor allerhande vragen of kleine wonderen. Die schuilen misschien in het kleinste hoekje. Helemaal boven binnenin de kathedraal hangen leuzen ter ere van de maagd Maria. Een ervan was ongeveer: “De heer kwam naar de aarde om de vrouwen te eren en mannen gaan naar de hemel ter ere van de vrouwen.” Het kwam er volgens mij op neer wie de broek draagt.
Deze badplaats met thermale baden waar 90% van de bevolking van toerisme leeft is hoofdzakelijk een bedevaartsoord voor toeristen.

Puyo is een stad in amazonegebied op een goed uur van Baños. Na vijf minuten wandelen ben ik gestoken. Puyo ligt maar op duizend meter hoogte en het klimaat is hierdoor meteen veel warmer. De klimaatswisseling wordt nog duidelijker tijdens een wandeling tussen vreemde geluiden uit de omringende bomen omringd door exotische planten en vruchten. De inheemse bevolking in de regio zijn Quichuas, Ashuaris en Shuaris die nabij rivierbeddingen leven.

Terug in Baños gaan we naar thermale baden. Die kosten 2 dolar en zonder verwarming zijn ze warm tot heet omdat het water rechtstreeks van de Tungurahua komt. Deze vulkaan is de gevaarlijkste actieve vulkaan in Ecuador want ze spuwt nu en dan brokstukken ter grootte van auto’s. De geneeskrachtige baden zijn een genot voor iedere bezoeker. Het water heeft een bruingetinte kleur maar is helemaal niet vies al drink je er best niet van. Wat wel massaal wordt ingeslagen zijn zoetigheden op basis van caña of rietsuiker. Die wordt daar ter plaatse gemaakt door slierten steeds verder uit te rekken en in repen of karamellen te verdelen. Heerlijk

19 mei 2011

De vrede in Guamote

Er is 's nachts in Guamote niet veel te beleven. Af en toe opent een plaatselijke biljart club haar deuren. Ditmaal voor een biljart en kaarten tornooi. Het tornooi wordt een maat voor niets en kent geen winnaar. De aanwezigen gaan zonder enige zin voor competitie in caféspelen aan het dansen en drinken. De competitie zet zich immers voort in Pilsener. De bekers voor de overwinnaars blijven dus mooi staan in Mocho’s bar.

Ik herhaal graag dat het bier niet straf is maar wel aan ad fundum tempo wordt gedronken. Bij de aankoop van een fles of een krat wordt slechts één glas uitgedeeld dat vlot moet rondgaan. Even worden sommige aanwezigen opgeschrikt door de komst van de plaatselijke autoriteiten. Ik hoor meteen ‘cedula’ of de identiteitskaart die ik in Guamote nooit bij me draag. Gelukkig maken de mannen in uniform een grap en zo weten ook de meeste aanwezigen. De muziek gaat een streepje lager en de vrienden van de politie worden algauw van drank voorzien en zullen niet voor mij de deur uitgaan.

Niet ver daarvandaan is het week na moederkensdag feest in de parochiezaal die ‘barrio central’ heet. Het is voornamelijk een bijeenkomst van Mestiezen die een minderheid vormen in het kanton met een uitzonderlijk hoge indigina populatie. Net als in Mocho’s bar wordt er in de parochiezaal onder meer op Cumbia gedanst. Cumbia is een mengeling van traditionele muziek en synthesisers die vooral door Indigena’s wordt gemaakt en waarop men danst zoals men dat alleen in Guamote kan. Twee aan twee trekt men de armen met de ellebogen licht geplooid afwisselend links en rechts naar zich toe, de knieën opheffend tot bijna boven het middel en het hoofd dat van links naar rechts zwaait. Een beetje van voren naar achter, boven naar onder en van links naar rechts tegelijkertijd.

Op zondag is het een en al rust en vrede in Guamote. In de vroege middag geniet ik van ceviche, een vissoep met ajuin en limoen. Dit is volgens ervaringsdeskundigen voor iedere Ecuadoriaan de ideale manier om hoofdpijn tegen te gaan. Anderen zweren bij de combinatie met pilsener. Dat laatste laat ik in de mate van het mogelijke achterwege. Een keuze die zo niet de rest van de dag kan beïnvloeden.

Een Belg per fiets door Guamote

Mensen reizen zelden op de fiets door Zuid-Amerika. Piet of Pedro in het Spaans is er een van. Met vierduizend kilometer in de benen houdt hij een week halt in Guamote. Het aantal claxonerende auto’s en blaffende honden zijn niet op te tellen. De reden voor dit alles is een missie, een bedevaart en een zoektocht naar het verleden of misschien wel dat alles in één klap. Een week lang bevindt Piet zich in het gastenhuisvan Inti Sisa, lezend, etend, schrijvend of buitenshuis wandelend, fietsend, klimmend en converserend met Indianen.

Hij heeft ook een blog die de moeite waard is om te bezoeken. Naast een uitgebreide beschrijving van alles wat die op zijn weg tegenkomt wordt er gefilosofeerd, gedicht en is er nog heel wat geschiedenis te vinden. Misschien ook tips en aanraders voor avonturiers en leesvoer voor alle nieuwsgierigen die zich afvragen welke wegen de streekgenoot van Briek Schotte een jaar lang zal afleggen. De blog heet ‘Vamos por el mejor camino’ op http://mejorcamino.blogspot.com met uitgebreid verslag van Guamote van 8 tot 15 mei of hoe ik het zelf niet kon beschrijven.


Per fiets de bergen in wordt beloond met prachtige uitzichten.

13 mei 2011

SI! NO! ???

Als je in België vraagt “op wat hebt gij gestemd” zijn er mogelijkheden van tien verschillende partijen tot drie verschillende lijsten. In Ecuador was het dit weekend “ja” of “nee”. Het referendum legt vijf vragen voor over vervroegde invrijheidsstelling, gevangen houden van terechtgestelden, vermijden van belangenconflicten en twee vragen over justitiehervorming. De volksraadpleging omvat vijf vragen over het tegengaan van postjesverdeling onder vrienden, gokspelen, dierenleed, criteria om media te controleren en ten slotte betere sociale uitkeringen. Dit alles in een nogal juridische vraagstelling. Sommigen zeggen dat ze hun stemmen gelijk verdelen in vijf keer “ja” en vijf keer “nee” om iedereen tevreden te stellen. Bijna een derde geteld ziet het er naar uit dat men op alles “ja” heeft beantwoord. Vraag vier en negen zijn echter nog heel nipt in de telling. Vraag acht over het afschaffen van stieren- en hanengevechten is de enige vraag die per kanton geldt. In Quito waar de eerste stierengevechten in Zuid-Amerika werden gehouden houdt het op. Een van de enige plaatsen waar de stierengevechten kan blijven doorgaan is Chimborazo waar alle kantons met een verpletterende meerderheid voor zijn. Het ziet er naar uit dat de centrale provincies in de Andes een alleenrecht krijgen op stierengevechten.

Het referendum wordt door kritische media vooral gezien als een poging om meer macht te verwerven over het land en de (kritische) media in het bijzonder. De 22 provincies zijn gelijk verdeeld in 11 “nee” en elf “ja” kampen. Gemiddeld tien percent stemde blanco of ongeldig en sluiten zich daarmee aan bij de overwinnaars. In de thuisprovincie van de president met bijna een vierde van alle inwoners haalt hij duidelijk zijn slag thuis. De oriënte en de sierra op twee provincies na zijn tegen, namelijk de provincies Pinchincha en Azuay met respectievelijk de hoofdsteden Quito en Cuenca.
Dan maar eens kijken naar de cijfers van Chimborazo. Die provincie laat zich net als de andere centrale provincies in de Andes kennen als niet zo overheidsgezind want men stemde ruim tegen en met ook een opvallende 15% blanco en ongeldige stemmen. Dan nemen we een kijkje meer specifiek in Guamote. Iets minder van de bevolking zegt “ja” en ook iets minder “nee” want 23% stemt blanco of ongeldig. Daarvan gaf het grootste deel een blanco formulier af, de overigen deden een poging of stemden wellicht zowel “ja” als ”neen”. Opvallend is dat naarmate de vragen vorderen meer en meer blanco gestemd wordt. Velen gaven het gaandeweg blijkbaar op en verlieten vroegtijdig het stemhokje. Een mogelijke verklaring voor blanco stemmen is dat velen en vooral de ouderen niet kunnen lezen laat staan iets begrijpen van de juridische formuleringen. Dat komt nog vaker voor in parochies van Guamote. In Palmira stemt meer dan een derde van de 7000 inwoners ongeldig en blanco op de laatste vragen.

Ook het kiesgedrag van Ecuadoriaanse migranten is geweten. In Spanje zijn ze met meer dan 100 000 en ook daar zijn verschillen groot tussen bijvoorbeeld Barcelona, Madrid en andere steden en van vraag tot vraag. In België wonen iets meer dan 1000 Ecuadorianen. Meer dan de helft zegt “ja”. Een tiental percent stemde blanco en ongeldig terwijl dat in Nederland maar een drietal percent is. De Ecuadorianen in België zijn misschien niet verrassend meer geneigd “ja” te zeggen. Mogelijke denkpiste daarbij was: “Ecuador heeft op zijn minst een verkozen overheid, laten we die dan ook steunen”. Waarom de Canadese Ecuadoranen in Ottawa twee keer zoveel “nee” zeggen dan in Montreal is ook een raadsel. Voorlopig is het nog even afwachten op wat de 24 japanners, 11 Indonesiërs, 13 Maleisiërs en 24 Indiërs te zeggen hebben alvorens het referendum af te ronden. Het is geen overduidelijke maar zeker wel een overwinning voor Rafael Correa die bij reeds aangaf ooit naar België te verhuizen maar voorlopig dus nog een jaartje stevig(er) aan de macht blijft. Na de zoveelste maaltijd voor moederkesdag klinken de leerkrachten van de basisschool hun cola of sprite met misschien wel de bekendste Zuid-Amerikaanse woorden: “Hasta la victoria siempre!”

7 mei 2011

Regen en wind

De volledige maand april bracht regen. Daarmee zit het regenseizoen er bijna op. De regen bracht veel schade toe aan de aardewegen die naar de gemeenschappen hogerop in de bergen leiden. Zo liggen er al eens grachten in het midden van de weg. Het is soms een risicovolle onderneming om daar langs te rijden. Voor een keer ben ik alleen op weg en misschien niet toevallig rijd ik vakkundig de auto vast in een van de grachten. Ik stel vast dat het niet onmiddellijk zal lukken om te vertrekken want de gracht is een halve meter dieper dan het rechter voorwiel. In een brandende zon begin ik stenen te rapen en met klonten modder een gat van een meter diep en twee meter lang te dichten. Een voorbijganger op zijn ezel en iets later een herder met een kudde schapen maken me in het voorbijgaan duidelijk dat het momenteel onmogelijk is om langs deze weg te rijden.

Na een uur geraakt het gat gedicht en komt de computerleraar met fototoestel aangewandeld. Iets later komt een groep schoolkinderen de berg opgelopen om van de situatie mee te genieten. Degenen met spade en houweel beginnen te spitten. Enkele minuten later komt nog een groep schoolkinderen en de drie leerkrachten. Zo geraken we snel uit de put en kunnen we naar de school toe waar er door mijn toedoen slechts drie uur les is. We krijgen nog gekookte aardappelen en keren terug naar Guamote. Gelukkig leidt de weg ons in de andere richting evengoed huiswaarts, al is die iets langer dan de andere. Een ander gevaar is het afbrokkelen van stenen. Soms ligt midden op weg een steen die bij het neerkomen een mens onzichtbaar kan maken. Niet ongevaarlijk dus die aardewegen.

Dan is er de Panamerikana, de weg die het land en bijna het volledige continent doorkruist. Het overgrote deel van die snelweg bestaat uit twee baanvakken, vergelijkbaar met de steenwegen van bij ons. Op deze weg rijdt alles wat wielen heeft. Beide kanten van de weg geven bijna een meter ruimte voor voetganger, koeien, schapen, ezels, honden en trage voertuigen zodat de snelle voertuigen kunnen inhalen op het midden van de weg. Ook niet ongevaarlijk de Panamerikana. Het asfalt is wel iets steviger want dat komt rechtstreeks van de Chimborazo. Vulkanisch gesteente is ideaal materiaal voor de wegen. Een ander gevaar zijn actieve vulkanen. Op de Tungurahua is momenteel een voortdurende rookpluim die mee waait in de windrichting. Oranje alarm luidt het. Het stof kan 50 kilometer verder neerdalen en dat is niet zo leuk in combinatie met de hitte en de oplaaiende wind. De nog groen uitziende bergen zullen weldra veranderen in een dor en bruin landschap zoals tijdens mijn aankomst in november.



1 mei 2011

Ferdinand de stier

Het referendum of ook wel de hervorming, de revolutie en de toekomst heeft voor- en tegenstanders. Een veel besproken kwestie is vraag nummer acht. Die vraagt de afschaffing van hanen- en stierengevechten. Een opiniemaker vindt het een slecht idee om hanengevechten te verbieden. Wat moet een dorp of stad waar geen winkelcentra, bowling, filmzaal enzovoort aanwezig zijn? Gokken op vechtende hanen. De stierengevechten van het volk zoals die worden genoemd komen niet in het gedrang want alleen het doden wil men verbieden. Aan de buitenkant van de stierenarena hangt een affiche van een stierenvechter met de boodschap; “neem mijn werk niet af, zeg neen op vraag 8”. Voorstanders zeggen dat het cultuur is en geven een twijfelachtig argument dat wie tegen is maar niet hoeft te gaan kijken.

Nu staat in april en mei het sterrenteken van de stier aan de hemel en ik ga kijken naar stieren en stierenvechters die ten dode staan opgeschreven. Bij het binnengaan van de plaats krijg ik naast een glas whisky nog een argument op een blaadje waar op staat dat runderen die dienen voor melk of vlees meteen na geboorte verwijderd worden van hun ‘ouders’ en deze stieren niet. Voor of tegen, ik leg kort uit hoe een stierengevecht in elkaar steekt. Drie matadors krijgen ieder twee stieren. De stier loopt een rondje en de matador zwaait zijn roze doek de eerste keer over de kop van de stier. Gejuich. De matador herhaalt dit stuk verscheidene keren. In het tweede deel komen twee ruiters te paard binnengelopen De stier beukt in op het goed beschermde paard en krijgt meteen een speerpunt in zijn rug. Gefluit. Bloed. In het derde en laatste deel krijgt de stier, afgeleid door een rood doek, een sabel diep in de rug. In het beste geval gaat de stier onmiddellijk tegen de grond maar bij minstens de helft is een tweede of derde poging nodig. In een ver verleden werden matadors na drie mislukte pogingen naar de gevangenis gebracht. De stierenvechters hebben alvast geen haast om de stier snel naar de eeuwige jachtvelden te pieren. Indien de stier bij de eerste steek valt is de kans op winst groter. Even wachten dus, seconden, minuten. De esthetiek is tijdens het gehele verloop van het schouwspel belangrijk dan de ethiek. De esthetiek van de vechter die zich voortdurend in een risicovolle situatie bevindt en in het gevecht zo weinig, zelfzeker en sierlijk mogelijk beweegt. Bij een geslaagde eerste poging krijgt de doder op vraag van het publiek een oor. Twee witte zakdoeken van de jury betekent beide oren. Bij een middelmatig gevecht krijgen toeschouwers geen gehoor.

Heel het gebeuren doet me terugdenken aan een van mijn favoriete kinderboekjes. Het werd geschreven door Munro Leaf die op zich op eigen wijze tegen de stierengevechten verzette. Ferdinand de stier zat altijd onder een kurkenboom met welriekende bloemen terwijl zijn vriendjes wild speelden. Op een dag kwamen mensen uit Madrid om de wildste stier uit te kiezen. De grazende stieren maakten geen indruk. Ferdinand nestelde zich rustig onder de boom precies op een bij die hem hard stak. Ferdinand raasde alles en iedereen omver en mocht meteen mee naar Madrid.
Daar werd hij op gejuich onthaald en in plaats van richting de matador te lopen ging hij zitten bij de bloemen die in de arena werden gegooid. Ferdinand zou geen vlieg kwaad doen en hij zou voor de rest van zijn leven bij zijn boom en bloemen zijn.

Op het einde van de week...

De feesten van Riobamba duren heel de maand april. Wanneer ik daar bij toeval de computerleraar in een bar zie zitten is het al te laat. Samen gaan we drie maal per week naar comunidades om les te geven. Nu stappen we ‘s nachts door de straten van Riobamba. Daar viel me een andere bevreemdende ontmoeting te beurt. Een van de universiteitsstudenten die bijles Engels krijgt, ontmoet ik als verkoper van sigaretten en kauwgom. Een lucratieve bijverdienste op zaterdagnacht. Plots kan ik me voorstellen hoe mijn grootvader als jonge gast hetzelfde deed aan de uitgang van scholen en busstations.

De dag nadien ben ik net op tijd in Quito voor een laat middagmaal. Het is de Belgisch-Nederlandse bijeenkomst. Ik mag het vrij podium openen en doe dat als enige met een Ecuadoriaans lied. Later komen aan bod; een dichter, theater, een vioolspeler, flamenco gitaar en bovenal Hollands entertainment van de bovenste plank. De presentator die net ‘het is een nacht’ ten beste gaf, merkt op dat er vandaag enorm veel talent aanwezig is.
De grote afwezige is Rafael Correa: economist, president en getrouwd met een Belgische. Ze maakten wellicht kennis op de universiteit van Louvain-la-Neuve, trouwden en hebben nu drie kinderen. De eerste dame zou na zijn functie graag met hebben en houden terugkeren. De Ecuadoriaanse numero uno heeft andere dingen aan het hoofd. Tijdens zijn tweede ambtstermijn organiseert hij een referendum met het oog op verandering van justitie, veiligheid en nog veel meer. In iedere provincie voert President Correa campagne met de vraag om op zeven mei het referendum bestaande uit tien vragen tienmaal met een “ja” te beantwoorden. De campagne krijgt dit jaar voorrang op de bijeenkomst der lage landen.

Het is intussen ook paasvakantie geweest. Op goede vrijdag stappen mensen met witte kepen over het hoofd en honderden kaarsen in de hand in een bijna geluidsloze processie. Het zijn niet de paaseieren op zondag, maar de fanesca op vrijdag die de familie samenbrengt. Dit typisch Ecuadoriaans gerecht is een soep met meestal kabeljauw en zeven tot twaalf verschillende granen, pindanoten, erwten, linzen en veel bonen die hier geteeld worden. De scholen gaan enkel op die vrijdag dicht.

15 apr 2011

Halfweg

Soms komen de vier seizoenen op een dag. In de ochtend schijnt de zon iets te fel, tegen de middag vloeien rivieren in de goot en in de namiddag sneeuwt het op de Chimborazo. Heimwee heb ik nog amper gekend. De Ecuadorianen zijn gastvrije mensen en in een land dat mij volledig onbekend is komt dat natuurlijk goed uit. Je hoeft niet altijd honger te hebben om een maaltijd te krijgen. In gemeenschappen krijg ik vaak een maaltijd of chicha, een zelfgemaakte drank. Het getuigd van respect om dit aan te nemen en nog meer om te eten en te drinken. Dat is tot nog toe geen enkel probleem geweest.

In Quito waan ik me bij mijn gastgezin enkele dagen op hotel. Wanneer ik na een week in de hoofdstad met enige tegenzin terugkeer naar Guamote overkwam me desondanks een fantastisch gevoel. Guamote en haar inwoners met hun eigenzinnige levenswijze blijven mij telkens weer verbazen. Ik ken steeds meer mensen en het gekeuter op straat geeft me een aangenaam thuisgevoel. Van het plaatselijk gesproken Kishwa begrijpt een buitenstaander nog minder dan het Guuks. Halfweg mijn verblijf kan ik vaststellen dat ik me hier thuis voel. Hoera! Bovendien was het mijn verjaardag en mijn collega’s wisten me met mijn neus op de feiten te drukken, meer bepaald in een zoete verjaardagtaart. Drie maal hoera!

Dat niet alleen Ecuadorianen gastvrij zijn blijkt uit een uitnodiging voor de samenkomst van Belgen die in Ecuador wonen. Sinds de Belgische ambassade in Quito is verdwenen besloten enkele Vlamingen zelf bijeenkomsten te organiseren. Daar wacht me dit weekeinde een biefstuk friet en een free podium. De snelheid waarmee de tijd hier vliegt is een goed teken en reden te meer om nog ten volle te genieten van stieren, de zon, Ecuadoriaanse schoonheid, gastvrijheid, stevige maaltijden, Guamote en jawel: Flandriens en biefstuk friet.