4 dec 2010

Schoolkinderen

In de scholen draagt iedereen altijd hetzelfde schooluniform. In sommige scholen is dat een training, in andere scholen een broek met een vouw in en een wollen trui, bij de meisjes een rok en dezelfde trui. In de comunidades is er meestal geen schooluitrusting.

Tijdens de pauze gaan alle kinderen op de aardeweg spelen, hoewel dit de enige baan is om het dorp te bereiken is de kans klein dat een auto zal langskomen. De kinderen staan in verschillende groepjes op de weg en spelen een spel dat ik nog niet kende. Ze werpen een dikke metalen ring, ter grootte van een ring die door de neus van een koe zou kunnen, op de grond. In de aarde liggen centjes, wanneer het centje geraakt wordt, raapt men het op en legt een groter in de plaats. De worp begint met een korte maar hevige concentratie richting doelwit, eventueel met het oog door de ring kijkend als door een vizier en tijdens de worp zelf maakt de arm een onderarmse neergaande zwaaibeweging richting cent. Op dat moment is het doelwit opgeslagen en kunnen de ogen sluiten. Na zowat de helft van de worpen klinkt een metaalklank.

Ik heb mijn lessen toegepast op het vertalen van dieren. Ik vraag al eens wie het betreffende dier thuis bezit. Bij kippen steekt de hele klas de vinger in de lucht. Een jongen zegt dat hij er tien heeft maar zijn buurjongen minimaliseert dit tot vijf. In de volgende school heeft een volledige klas een koe, een varken en kippen thuis. Bij de vertaling van een paard krijgt men de ‘h’ van ‘horse’ moeilijk uitgesproken, het fonetische [jors] met de ‘j=ch’ klank die het meeste klinkt als een ‘h’ lukt het best. Op het einde van de les mogen de kinderen prenten van dieren combineren met de Engelse vertaling ervan. Na vier lessen ben ik een koe en een kip kwijt.

Er zijn nog tien minuten te gaan en de kinderen zijn niet meer te houden. Dan mogen ze woorden in het Quichua zeggen zodat ik ze vertaal naar het Engels. Mijn eerste woordenschat: ‘IMA SHUTIKANKI’: ‘Hoe noem je’; ‘MAIPI KAUSANGI: ‘Waar woon je’ alsook ‘Waar woont hij’, ‘waar wonen we’,…; HAKU WASIMAN: we gaan naar huis.

op de foto met goedkeuring van de klas, van L naar R,
Jairo, Clever, Abrang, Wilfrido, Daniël, Ramiro en Maria .

2 opmerkingen:

  1. jo Paus, geestigen boel precies è!
    leert ze ne keer van [donki]= burro
    of [aai laaik joor bik sister] ofzo bijvoorbeeld.

    hier heeft het land een week sneeuwwit gezien.

    dolle fratsen met jommeke en de wolle blauwbloezen

    hebbe ze daar geen paraplu's?
    de groeten en veel pret!
    Wouter

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hey, leuk dat sneeuwwitje er is, goede afloop verzekerd.

    Paraplu's voor de regen of voor de belichting van de foto´s? Ik heb er nog geen gezien.

    Het beste,
    Mister.

    BeantwoordenVerwijderen