28 mei 2011

De zak patatten

De donderdag is de drukste dag in Guamote. Ook bezoekers begrijpen dat ze de markt van Guamote niet links of rechts kunnen laten liggen, het is te zien uit welke richting ze komen. Ik geef die dag dan ook geen les en help in de voormiddag inkopen met  de kokkin Juanita. We gaan meteen naar de overdekte aardappelenmarkt, een plein volgestouwd door verkopers met grote zakken aardappelen. Juanita voert de onderhandelingen. De verkoopster vraagt zes dollar voor vijftig kilogram patatten. Juanita zegt vier. De verkoopster vijf en dat woord is nog niet koud of we bieden vier vijftig. Geen akkoord. Juanita drentelt rond de zak aardappelen. Haar hand haalt kleine aardappelen naar boven om de hoge prijs aan te tonen. Verkocht. De man telt drie keer het kleingeld na en telt maar vier veertig met nog tien cent in zijn linkerhand.

Wanneer uiteindelijk iedereen akkoord is geef ik me aan als vrijwilliger om de goed gevulde zak thuis te brengen. Het wordt mij steevast afgeraden maar ik ben van goede wil tijdens de marktdag. Zwaar beladen loop ik de trap op naar de straat en om het hoekje moet ik het afleggen. Zwetend, afziend en mezelf volledig overschat rust ik even uit. Ik wordt door de verkopers en verkoopsters rondom me afwachtend bekeken. Een tienermeisje kijkt even voordat ze een even grote zak wortelen wegdraagt. Er lopen nog meer mensen met dezelfde last voorbij. Een kleine meneer van amper één meter vijftig loopt gebogen de weg op met maar liefst twee van de zelfde zakken op zijn rug. Ik denk even dat ik droom. Na drie pogingen geraak ik weg op maar mijn schouder houdt het niet lang vol en ook met beide handen voor het lichaam zal het niet lang duren. Tijdens de enorme draaglast flitsen de gedachten snel en hevig door mijn hoofd. Ik beklaag hier iedere boer en dat zijn ze veruit allemaal. Een drager of een fietskarretje kost vijftig cent maar Juanita heeft afgeboden tot vier dollar vijftig en we gaan hier vandaag geen vijf dollar betalen. Die vijftig cent is me meer waard dat al het geld van de wereld. Het volgende muurtje biedt me bijna halfweg een rustpauze aan.

Mijn derde poging gaat iets beter, een beetje voorover gebogen om de schouder te sparen maar het blijft een slecht keuze. Bij het derde en laatste tussenstation ben ik blij een collega te zien. Hij tilt de zak mee achter mijn hoofd voor de laatste twee honderd meter. Zo gaat het een stuk beter en trots en voldaan leg ik de zak aardappelen in de patio. Ik heb op deze hoogte gelopen, gevoetbald, gefietst en gewandeld in de hoge Andes maar in een half jaar tijd in Ecuador nog nooit zo afgezien als nu. De mensen die ik nu allerhande vrachten zie meeslepen zijn niet zomaar meer voorbijgangers meer maar lotgenoten. Ik heb hun lot gedragen gedurende een halve kilometer. De mensen en de markt zijn geen poppenkast die vragen om foto's maar mensen die ieder kwartje verdienen door keihard te werken.

26 mei 2011

Antonio Valencia

Wanneer men in Ecuador op zoek gaat naar de bekendste landgenoot komt men zeer waarschijnlijk uit bij Luis Antonio Valencia. Een gemakkelijk hulpmiddel daarvoor is: welke voetballer speelt bij de beste club? In het beste geval is dat in Europa, nog beter in Engeland en beter dan bij de Engelse kampioen en Champions league finalist kan niet. Valencia heeft het allemaal. De Ecuadoriaanse trots is afkomstig uit de oriente of het Amazonegebied net onder de Colombiaanse grens in een stadje waar Texaco olie verrijkt en waar kidnapping en drugshandel grote problemen zijn. Daar speelde Antonio meestal op blote voeten op een stoffig veld. Naast die urenlange bezigheid hielp hij zijn moeder drank verkopen nabij het plaatselijke voetbalstadion en raapte nadien leeggoed bij elkaar dat zijn vader kon verkopen in een drankopslagplaats in Quito. Op 16 jarige leeftijd verliet hij zijn ouders, zus en vijf broers om te voetballen voor El Nacional, een ploeg in de serie A die eigendom is van het Ecuadoriaanse leger.

Twee jaar later schopt Toño het tot het eerste elftal en nog eens twee jaar later ruilt hij El Nacional in voor Villareal in Spanje. Als huurling gaat hij datzelfde jaar nog naar de Spaanse tweede klasse waar hij op slag kampioen speelt. De internationale belangstelling was groot in 2006 toen de twintigjarige rechter vleugel met Ecuador tijdens de wereldbeker in Duitsland de groep van het thuisland overleeft. Tegen Engeland leek alles mogelijk tot wanneer David Beckham daar kort voor tijd een vrij schop mocht trappen. Een transfer naar het Engelse Wigan was zijn deel. De manager van Wigan vertelt dat Antonio zichzelf goed beredderde terwijl hij geen Engels sprak en amper Spaans kon lezen. Veel goals maakte hij daar niet gedurende drie seizoenen maar hij kreeg wel een aanbod van Real Madrid dat hij weigerde. Valencia mocht even later naar Manchester waar hij het verlies van Christiano Ronaldo moest helpen opvangen. De guardian citeert: Instead, at £16m Valencia represents one of his finest signings. "Antonio has a great tactical brain," United's manager says. "The boy's got everything – balance, power, speed – and he's strong as an ox." In het eerste seizoen bij Sir Alex speelde hij zich in de gratie door Rooney op zijn wenken te bedienen. Maar in september 2010 is Ecuador in rouw. Niet alleen omdat de politiemacht een coup pleegt op de president maar ook door een blessure aan de linker enkel die Valencia bijna een half jaar aan de kant hield. Net op tijd voor de cruciale race naar de Engelse titel, waarin hij Chelsea en Kompany achter zich houdt.

Na zijn terugkeer lijkt ‘el magio’ nog sterker geworden en hielp hij bovendien ManU aan de Champions league finale. Een primeur voor een Ecuadoriaanse voetballer. De finale wordt gespeeld tegen het bovenaardse Barcelona met hightech voetbal en met in het bijzonder de uit hetzelfde continent komende Lionel ‘leo’ Messi. Aanstaande zaterdag kan Antonio ‘Toño’ Valencia zich onsterfelijk maken en iedere Ecuadoriaan is trots dat een landgenoot voor de ogen van de hele wereld deel uitmaakt van het glorierijke Manchester United en wanneer hij daar herrezen en onbevangen schittert, schittert iedere Ecuadoriaan mee.

25 mei 2011

Oriente

Om vier uur in de ochtend spreken we af zodat we omstreeks vijf uur vertrekken voor een personeelsuitstap. Na twee uur zijn we met de auto in Baños, een bedevaartsoord voor de Maria van het heilige water. In de kathedraal kan je terecht voor allerhande vragen of kleine wonderen. Die schuilen misschien in het kleinste hoekje. Helemaal boven binnenin de kathedraal hangen leuzen ter ere van de maagd Maria. Een ervan was ongeveer: “De heer kwam naar de aarde om de vrouwen te eren en mannen gaan naar de hemel ter ere van de vrouwen.” Het kwam er volgens mij op neer wie de broek draagt.
Deze badplaats met thermale baden waar 90% van de bevolking van toerisme leeft is hoofdzakelijk een bedevaartsoord voor toeristen.

Puyo is een stad in amazonegebied op een goed uur van Baños. Na vijf minuten wandelen ben ik gestoken. Puyo ligt maar op duizend meter hoogte en het klimaat is hierdoor meteen veel warmer. De klimaatswisseling wordt nog duidelijker tijdens een wandeling tussen vreemde geluiden uit de omringende bomen omringd door exotische planten en vruchten. De inheemse bevolking in de regio zijn Quichuas, Ashuaris en Shuaris die nabij rivierbeddingen leven.

Terug in Baños gaan we naar thermale baden. Die kosten 2 dolar en zonder verwarming zijn ze warm tot heet omdat het water rechtstreeks van de Tungurahua komt. Deze vulkaan is de gevaarlijkste actieve vulkaan in Ecuador want ze spuwt nu en dan brokstukken ter grootte van auto’s. De geneeskrachtige baden zijn een genot voor iedere bezoeker. Het water heeft een bruingetinte kleur maar is helemaal niet vies al drink je er best niet van. Wat wel massaal wordt ingeslagen zijn zoetigheden op basis van caña of rietsuiker. Die wordt daar ter plaatse gemaakt door slierten steeds verder uit te rekken en in repen of karamellen te verdelen. Heerlijk

19 mei 2011

De vrede in Guamote

Er is 's nachts in Guamote niet veel te beleven. Af en toe opent een plaatselijke biljart club haar deuren. Ditmaal voor een biljart en kaarten tornooi. Het tornooi wordt een maat voor niets en kent geen winnaar. De aanwezigen gaan zonder enige zin voor competitie in caféspelen aan het dansen en drinken. De competitie zet zich immers voort in Pilsener. De bekers voor de overwinnaars blijven dus mooi staan in Mocho’s bar.

Ik herhaal graag dat het bier niet straf is maar wel aan ad fundum tempo wordt gedronken. Bij de aankoop van een fles of een krat wordt slechts één glas uitgedeeld dat vlot moet rondgaan. Even worden sommige aanwezigen opgeschrikt door de komst van de plaatselijke autoriteiten. Ik hoor meteen ‘cedula’ of de identiteitskaart die ik in Guamote nooit bij me draag. Gelukkig maken de mannen in uniform een grap en zo weten ook de meeste aanwezigen. De muziek gaat een streepje lager en de vrienden van de politie worden algauw van drank voorzien en zullen niet voor mij de deur uitgaan.

Niet ver daarvandaan is het week na moederkensdag feest in de parochiezaal die ‘barrio central’ heet. Het is voornamelijk een bijeenkomst van Mestiezen die een minderheid vormen in het kanton met een uitzonderlijk hoge indigina populatie. Net als in Mocho’s bar wordt er in de parochiezaal onder meer op Cumbia gedanst. Cumbia is een mengeling van traditionele muziek en synthesisers die vooral door Indigena’s wordt gemaakt en waarop men danst zoals men dat alleen in Guamote kan. Twee aan twee trekt men de armen met de ellebogen licht geplooid afwisselend links en rechts naar zich toe, de knieën opheffend tot bijna boven het middel en het hoofd dat van links naar rechts zwaait. Een beetje van voren naar achter, boven naar onder en van links naar rechts tegelijkertijd.

Op zondag is het een en al rust en vrede in Guamote. In de vroege middag geniet ik van ceviche, een vissoep met ajuin en limoen. Dit is volgens ervaringsdeskundigen voor iedere Ecuadoriaan de ideale manier om hoofdpijn tegen te gaan. Anderen zweren bij de combinatie met pilsener. Dat laatste laat ik in de mate van het mogelijke achterwege. Een keuze die zo niet de rest van de dag kan beïnvloeden.

Een Belg per fiets door Guamote

Mensen reizen zelden op de fiets door Zuid-Amerika. Piet of Pedro in het Spaans is er een van. Met vierduizend kilometer in de benen houdt hij een week halt in Guamote. Het aantal claxonerende auto’s en blaffende honden zijn niet op te tellen. De reden voor dit alles is een missie, een bedevaart en een zoektocht naar het verleden of misschien wel dat alles in één klap. Een week lang bevindt Piet zich in het gastenhuisvan Inti Sisa, lezend, etend, schrijvend of buitenshuis wandelend, fietsend, klimmend en converserend met Indianen.

Hij heeft ook een blog die de moeite waard is om te bezoeken. Naast een uitgebreide beschrijving van alles wat die op zijn weg tegenkomt wordt er gefilosofeerd, gedicht en is er nog heel wat geschiedenis te vinden. Misschien ook tips en aanraders voor avonturiers en leesvoer voor alle nieuwsgierigen die zich afvragen welke wegen de streekgenoot van Briek Schotte een jaar lang zal afleggen. De blog heet ‘Vamos por el mejor camino’ op http://mejorcamino.blogspot.com met uitgebreid verslag van Guamote van 8 tot 15 mei of hoe ik het zelf niet kon beschrijven.


Per fiets de bergen in wordt beloond met prachtige uitzichten.

13 mei 2011

SI! NO! ???

Als je in België vraagt “op wat hebt gij gestemd” zijn er mogelijkheden van tien verschillende partijen tot drie verschillende lijsten. In Ecuador was het dit weekend “ja” of “nee”. Het referendum legt vijf vragen voor over vervroegde invrijheidsstelling, gevangen houden van terechtgestelden, vermijden van belangenconflicten en twee vragen over justitiehervorming. De volksraadpleging omvat vijf vragen over het tegengaan van postjesverdeling onder vrienden, gokspelen, dierenleed, criteria om media te controleren en ten slotte betere sociale uitkeringen. Dit alles in een nogal juridische vraagstelling. Sommigen zeggen dat ze hun stemmen gelijk verdelen in vijf keer “ja” en vijf keer “nee” om iedereen tevreden te stellen. Bijna een derde geteld ziet het er naar uit dat men op alles “ja” heeft beantwoord. Vraag vier en negen zijn echter nog heel nipt in de telling. Vraag acht over het afschaffen van stieren- en hanengevechten is de enige vraag die per kanton geldt. In Quito waar de eerste stierengevechten in Zuid-Amerika werden gehouden houdt het op. Een van de enige plaatsen waar de stierengevechten kan blijven doorgaan is Chimborazo waar alle kantons met een verpletterende meerderheid voor zijn. Het ziet er naar uit dat de centrale provincies in de Andes een alleenrecht krijgen op stierengevechten.

Het referendum wordt door kritische media vooral gezien als een poging om meer macht te verwerven over het land en de (kritische) media in het bijzonder. De 22 provincies zijn gelijk verdeeld in 11 “nee” en elf “ja” kampen. Gemiddeld tien percent stemde blanco of ongeldig en sluiten zich daarmee aan bij de overwinnaars. In de thuisprovincie van de president met bijna een vierde van alle inwoners haalt hij duidelijk zijn slag thuis. De oriënte en de sierra op twee provincies na zijn tegen, namelijk de provincies Pinchincha en Azuay met respectievelijk de hoofdsteden Quito en Cuenca.
Dan maar eens kijken naar de cijfers van Chimborazo. Die provincie laat zich net als de andere centrale provincies in de Andes kennen als niet zo overheidsgezind want men stemde ruim tegen en met ook een opvallende 15% blanco en ongeldige stemmen. Dan nemen we een kijkje meer specifiek in Guamote. Iets minder van de bevolking zegt “ja” en ook iets minder “nee” want 23% stemt blanco of ongeldig. Daarvan gaf het grootste deel een blanco formulier af, de overigen deden een poging of stemden wellicht zowel “ja” als ”neen”. Opvallend is dat naarmate de vragen vorderen meer en meer blanco gestemd wordt. Velen gaven het gaandeweg blijkbaar op en verlieten vroegtijdig het stemhokje. Een mogelijke verklaring voor blanco stemmen is dat velen en vooral de ouderen niet kunnen lezen laat staan iets begrijpen van de juridische formuleringen. Dat komt nog vaker voor in parochies van Guamote. In Palmira stemt meer dan een derde van de 7000 inwoners ongeldig en blanco op de laatste vragen.

Ook het kiesgedrag van Ecuadoriaanse migranten is geweten. In Spanje zijn ze met meer dan 100 000 en ook daar zijn verschillen groot tussen bijvoorbeeld Barcelona, Madrid en andere steden en van vraag tot vraag. In België wonen iets meer dan 1000 Ecuadorianen. Meer dan de helft zegt “ja”. Een tiental percent stemde blanco en ongeldig terwijl dat in Nederland maar een drietal percent is. De Ecuadorianen in België zijn misschien niet verrassend meer geneigd “ja” te zeggen. Mogelijke denkpiste daarbij was: “Ecuador heeft op zijn minst een verkozen overheid, laten we die dan ook steunen”. Waarom de Canadese Ecuadoranen in Ottawa twee keer zoveel “nee” zeggen dan in Montreal is ook een raadsel. Voorlopig is het nog even afwachten op wat de 24 japanners, 11 Indonesiërs, 13 Maleisiërs en 24 Indiërs te zeggen hebben alvorens het referendum af te ronden. Het is geen overduidelijke maar zeker wel een overwinning voor Rafael Correa die bij reeds aangaf ooit naar België te verhuizen maar voorlopig dus nog een jaartje stevig(er) aan de macht blijft. Na de zoveelste maaltijd voor moederkesdag klinken de leerkrachten van de basisschool hun cola of sprite met misschien wel de bekendste Zuid-Amerikaanse woorden: “Hasta la victoria siempre!”

7 mei 2011

Regen en wind

De volledige maand april bracht regen. Daarmee zit het regenseizoen er bijna op. De regen bracht veel schade toe aan de aardewegen die naar de gemeenschappen hogerop in de bergen leiden. Zo liggen er al eens grachten in het midden van de weg. Het is soms een risicovolle onderneming om daar langs te rijden. Voor een keer ben ik alleen op weg en misschien niet toevallig rijd ik vakkundig de auto vast in een van de grachten. Ik stel vast dat het niet onmiddellijk zal lukken om te vertrekken want de gracht is een halve meter dieper dan het rechter voorwiel. In een brandende zon begin ik stenen te rapen en met klonten modder een gat van een meter diep en twee meter lang te dichten. Een voorbijganger op zijn ezel en iets later een herder met een kudde schapen maken me in het voorbijgaan duidelijk dat het momenteel onmogelijk is om langs deze weg te rijden.

Na een uur geraakt het gat gedicht en komt de computerleraar met fototoestel aangewandeld. Iets later komt een groep schoolkinderen de berg opgelopen om van de situatie mee te genieten. Degenen met spade en houweel beginnen te spitten. Enkele minuten later komt nog een groep schoolkinderen en de drie leerkrachten. Zo geraken we snel uit de put en kunnen we naar de school toe waar er door mijn toedoen slechts drie uur les is. We krijgen nog gekookte aardappelen en keren terug naar Guamote. Gelukkig leidt de weg ons in de andere richting evengoed huiswaarts, al is die iets langer dan de andere. Een ander gevaar is het afbrokkelen van stenen. Soms ligt midden op weg een steen die bij het neerkomen een mens onzichtbaar kan maken. Niet ongevaarlijk dus die aardewegen.

Dan is er de Panamerikana, de weg die het land en bijna het volledige continent doorkruist. Het overgrote deel van die snelweg bestaat uit twee baanvakken, vergelijkbaar met de steenwegen van bij ons. Op deze weg rijdt alles wat wielen heeft. Beide kanten van de weg geven bijna een meter ruimte voor voetganger, koeien, schapen, ezels, honden en trage voertuigen zodat de snelle voertuigen kunnen inhalen op het midden van de weg. Ook niet ongevaarlijk de Panamerikana. Het asfalt is wel iets steviger want dat komt rechtstreeks van de Chimborazo. Vulkanisch gesteente is ideaal materiaal voor de wegen. Een ander gevaar zijn actieve vulkanen. Op de Tungurahua is momenteel een voortdurende rookpluim die mee waait in de windrichting. Oranje alarm luidt het. Het stof kan 50 kilometer verder neerdalen en dat is niet zo leuk in combinatie met de hitte en de oplaaiende wind. De nog groen uitziende bergen zullen weldra veranderen in een dor en bruin landschap zoals tijdens mijn aankomst in november.



1 mei 2011

Ferdinand de stier

Het referendum of ook wel de hervorming, de revolutie en de toekomst heeft voor- en tegenstanders. Een veel besproken kwestie is vraag nummer acht. Die vraagt de afschaffing van hanen- en stierengevechten. Een opiniemaker vindt het een slecht idee om hanengevechten te verbieden. Wat moet een dorp of stad waar geen winkelcentra, bowling, filmzaal enzovoort aanwezig zijn? Gokken op vechtende hanen. De stierengevechten van het volk zoals die worden genoemd komen niet in het gedrang want alleen het doden wil men verbieden. Aan de buitenkant van de stierenarena hangt een affiche van een stierenvechter met de boodschap; “neem mijn werk niet af, zeg neen op vraag 8”. Voorstanders zeggen dat het cultuur is en geven een twijfelachtig argument dat wie tegen is maar niet hoeft te gaan kijken.

Nu staat in april en mei het sterrenteken van de stier aan de hemel en ik ga kijken naar stieren en stierenvechters die ten dode staan opgeschreven. Bij het binnengaan van de plaats krijg ik naast een glas whisky nog een argument op een blaadje waar op staat dat runderen die dienen voor melk of vlees meteen na geboorte verwijderd worden van hun ‘ouders’ en deze stieren niet. Voor of tegen, ik leg kort uit hoe een stierengevecht in elkaar steekt. Drie matadors krijgen ieder twee stieren. De stier loopt een rondje en de matador zwaait zijn roze doek de eerste keer over de kop van de stier. Gejuich. De matador herhaalt dit stuk verscheidene keren. In het tweede deel komen twee ruiters te paard binnengelopen De stier beukt in op het goed beschermde paard en krijgt meteen een speerpunt in zijn rug. Gefluit. Bloed. In het derde en laatste deel krijgt de stier, afgeleid door een rood doek, een sabel diep in de rug. In het beste geval gaat de stier onmiddellijk tegen de grond maar bij minstens de helft is een tweede of derde poging nodig. In een ver verleden werden matadors na drie mislukte pogingen naar de gevangenis gebracht. De stierenvechters hebben alvast geen haast om de stier snel naar de eeuwige jachtvelden te pieren. Indien de stier bij de eerste steek valt is de kans op winst groter. Even wachten dus, seconden, minuten. De esthetiek is tijdens het gehele verloop van het schouwspel belangrijk dan de ethiek. De esthetiek van de vechter die zich voortdurend in een risicovolle situatie bevindt en in het gevecht zo weinig, zelfzeker en sierlijk mogelijk beweegt. Bij een geslaagde eerste poging krijgt de doder op vraag van het publiek een oor. Twee witte zakdoeken van de jury betekent beide oren. Bij een middelmatig gevecht krijgen toeschouwers geen gehoor.

Heel het gebeuren doet me terugdenken aan een van mijn favoriete kinderboekjes. Het werd geschreven door Munro Leaf die op zich op eigen wijze tegen de stierengevechten verzette. Ferdinand de stier zat altijd onder een kurkenboom met welriekende bloemen terwijl zijn vriendjes wild speelden. Op een dag kwamen mensen uit Madrid om de wildste stier uit te kiezen. De grazende stieren maakten geen indruk. Ferdinand nestelde zich rustig onder de boom precies op een bij die hem hard stak. Ferdinand raasde alles en iedereen omver en mocht meteen mee naar Madrid.
Daar werd hij op gejuich onthaald en in plaats van richting de matador te lopen ging hij zitten bij de bloemen die in de arena werden gegooid. Ferdinand zou geen vlieg kwaad doen en hij zou voor de rest van zijn leven bij zijn boom en bloemen zijn.

Op het einde van de week...

De feesten van Riobamba duren heel de maand april. Wanneer ik daar bij toeval de computerleraar in een bar zie zitten is het al te laat. Samen gaan we drie maal per week naar comunidades om les te geven. Nu stappen we ‘s nachts door de straten van Riobamba. Daar viel me een andere bevreemdende ontmoeting te beurt. Een van de universiteitsstudenten die bijles Engels krijgt, ontmoet ik als verkoper van sigaretten en kauwgom. Een lucratieve bijverdienste op zaterdagnacht. Plots kan ik me voorstellen hoe mijn grootvader als jonge gast hetzelfde deed aan de uitgang van scholen en busstations.

De dag nadien ben ik net op tijd in Quito voor een laat middagmaal. Het is de Belgisch-Nederlandse bijeenkomst. Ik mag het vrij podium openen en doe dat als enige met een Ecuadoriaans lied. Later komen aan bod; een dichter, theater, een vioolspeler, flamenco gitaar en bovenal Hollands entertainment van de bovenste plank. De presentator die net ‘het is een nacht’ ten beste gaf, merkt op dat er vandaag enorm veel talent aanwezig is.
De grote afwezige is Rafael Correa: economist, president en getrouwd met een Belgische. Ze maakten wellicht kennis op de universiteit van Louvain-la-Neuve, trouwden en hebben nu drie kinderen. De eerste dame zou na zijn functie graag met hebben en houden terugkeren. De Ecuadoriaanse numero uno heeft andere dingen aan het hoofd. Tijdens zijn tweede ambtstermijn organiseert hij een referendum met het oog op verandering van justitie, veiligheid en nog veel meer. In iedere provincie voert President Correa campagne met de vraag om op zeven mei het referendum bestaande uit tien vragen tienmaal met een “ja” te beantwoorden. De campagne krijgt dit jaar voorrang op de bijeenkomst der lage landen.

Het is intussen ook paasvakantie geweest. Op goede vrijdag stappen mensen met witte kepen over het hoofd en honderden kaarsen in de hand in een bijna geluidsloze processie. Het zijn niet de paaseieren op zondag, maar de fanesca op vrijdag die de familie samenbrengt. Dit typisch Ecuadoriaans gerecht is een soep met meestal kabeljauw en zeven tot twaalf verschillende granen, pindanoten, erwten, linzen en veel bonen die hier geteeld worden. De scholen gaan enkel op die vrijdag dicht.