Op de marktdag voor het carnavalweekend komen leerlingen van scholen uit comunidades afgezakt naar het voetbalstadion om te dansen. Drie scholen waar we les geven nemen deel. De jongens omarmen een lasso of pijlhouder om te jagen. Soms dragen zij beenbeschermers met een dikke vacht. De meisjes dragen een buidel op de rug dat een kind voorstelt. Dit teken van vruchtbaarheidcultus toont aan dat carnaval ook pre-columbiaanse kenmerken vertoont. Ze dragen tijdens het dansen ook schotels met aardappelen en cuy en vruchten. Ieder schooltje heeft typisch kledingstukken, altijd in poncho en met een hoed. Er worden rituelen uitgevoerd zoals de zegening van carnaval en het delen van eten en drinken.
Enkele minuten voor onze laatste school aan de beurt is wordt ik gevraagd om mee te dansen als evenknie van de juffrouw. Ik krijg een poncho en de vlag met dezelfde dikke rode stof. Op de vlagstok wordt een punt gevormd uit drie rondingen waarrond verschillende ringen hangen die een klinkerend geluid maken bij het neerzetten van de stok. Ik zal dus dansend het ritme aangeven en het is niet alleen de warmte meer die me doet zweten. Gelukkig is het ritme vijftien minuten lang 1-2, net als de danspassen overigens. De jongens en meisjes zwieren met de armen en benen. Nog twee anderen lopen met een stok op de schouder met twee hanen aan vastgebonden in het rond.
Uitwisseling, cultuurbeleving, samenwerking, het zijn woorden die tijdens carnaval de nadruk krijgen in een land met vele verschillende culturen en bevolkingsgroepen. Na afloop mag ik in een interview met radio Guamote uitleggen of ik het leuk vind om een poncho te dragen en op blote voeten te lopen, ik beken. Hij vraagt ook hoe carnaval in België is en voegt toe “drinken”, “ ’s nachts”? “Drinken, dag en nacht”. Op de vraag wat ik van carnaval Guamote vind zal ik volgende week een antwoord geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten