De winkels zijn enorm talrijk. In een straal van honderd meter kan ik hier naar drie (warme) bakkers, een slotenmaker, twee schoenmakers, twee restaurants, twee kappers, twee supermarkten, een stuk of vijf kleine voedingswinkels, een busstation, een treinstation dat voornamelijk voor toerisme dient, twee klerenwinkels, een internetshop, een gsmwinkel, een apotheker en een timmerman. Tot twee honderd meter verder komen er nog eens zo veel winkeltjes en zaakjes bij.
Op de straat wordt voortdurend geclaxoneerd door de jeeps, vrachtwagens en bussen, soms naar mensen en soms om aan te geven dat ze er aan komen. De mannen fluiten op allerlei tonen om zich kenbaar te maken. Mede dankzij het leven dat zich hier vooral op de straat afspeelt en niet per telefoon of internet. Telefoon en internet worden in internetwinkels gebruikt
Voor de huizen of op een plein staan de hele week door kokende potten op het vuur. Er worden varkens klaargemaakt en verkocht. Soms ligt de kop er vooraan bij alsof het een verkoopmiddel is. Het is aanbevolen de eerste weken niets op straat te eten. Daarvoor moet ik eerst aan al de rest gewoon worden. Hier in het hostal is de keuken zeer goed en als ik ergens ga eten is het meestal binnen en tot nu is er nog niets aan de hand.
Soms zegt een van de kinderen: gringo. Het is meestal met een lach en niet slecht bedoeld want de mensen zijn heel vriendelijk.
Met het kind op de rug snijdt de vrouw des huizes vakkundig de juiste maat uit een stuk caoutchouc. De zolen van mijn voetbalschoen ben ik thuis vergeten. Ze passen min of meer perfect en het kost me slechts twee dollar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten